Requiem: Hoofdstuk 8 (2e deel)














……..



            Het licht in het clubhuis van de Skeelers was eerder schaars en de geluiden werden bijna volledig door de geluiddempende vloertegels geabsorbeerd. Er heerste een gespannen sfeer, geladen als een geweer dat plots kon afgaan. Her en der zaten een paar leden aan een tafeltje aan de linkerkant van de lange ruimte met elkaar te praten. Achter de bar die zich rechts bevond, stond een man met zijn rug naar mij toe, toen ik met Ji Lang de ruimte binnen binnenkwam.
Elk van de leden droeg een vest met achterop een logo van de Skeelers, een rolschaats met een bliksemschicht erboven. Ik vond het niet echt geslaagd als kenteken maar wie was ik om daarover te oordelen. Zeker geen Skeeler. Toen men ons uiteindelijk na een groet van Ji Lang aan de barman in de gaten kreeg, verstomden de gesprekken. Na eenzelfde groet naar de leden door mijn compagnon verloren ze hun gauw hun belangstelling en keuvelden ze rustig maar onverstaanbaar verder. Ik zou niet het niet kunnen navertellen wat deze mensen in het halfduister bekokstoofden.
            ‘Ji, wat mag het zijn voor jou en je liefje,’ grijnsde de kale man achter de bar die mij van kop tot teen monsterde alsof hij nieuwe koopwaar aan het inspecteren was. Wie weet uit welke andere vaatjes hij nog tapte.
‘Ten eerste ben ik zijn liefje niet en ten tweede als je ogen genoeg de kost hebt gegeven zou ik wel een koud biertje lusten,’ reageerde ik ad rem. Je mag die liederlijke gasten geen kans geven, anders was je voor je het wist gevloerd, ontdaan van je kleren en verkracht. Ik weet het, ik ben geen gemakkelijk meisje en daar maak ik ook meestal geen geheim van.
            Ji Lang bestelde zijn legendarisch glaasje wit en we nestelden ons juist voorbij de bar aan een tafeltje waar we een goed zicht hadden op de ingang van de club. Onze afspraak met Eagle Eye was pas over een half uurtje, dus maakte ik er dankbaar gebruik van om de omgeving wat beter in mij op te nemen, terwijl we van ons drankje genoten.
            We bevonden ons in een typisch machoachtig gedecoreerde ruimte met aan de zijwanden 3D-foto’s van beroemde leden van de Skeelers. Meestal mannen, met uitzondering van een enkele vrouw. Leden die naam en faam hadden gegeven aan de naam van de groep. Pezige kerels, in hun cluboutfit en met gevaarlijke ogen keken stoer neer op de bezoekers van de Swift.         
            Ja, vlugge kerels waren het waarschijnlijk wel toen mijn ogen over de beelden vlogen die in de achtergrond van de bar werden geprojecteerd op een witte muur. Halsbrekende stunts wisselden af met sterke staaltjes van parkour. Dit is een discipline waarbij men door middel van verschillende spring- en landingstechnieken moeilijke trajecten overbrugt.
Je moest op zijn minst een acrobaat zijn om bij zo’n prestaties niet op je bek te landen of iets belangrijks te breken. Ook handig om indien nodig vlug de plaats te poetsen. Ik dacht eraan om straks mijn lidmaatschap aan te vragen toen Ji mij in de zij stootte en met een korte knik van zijn hoofd naar de ingang aangaf dat Eagle Eye was gearriveerd.
            Mijn verbazing was groot toen ik een Afrikaanse reus zag binnenkomen. Zijn kleding was op zijn minst uitzonderlijk te noemen. Zeker als je die vergeleek met de normale cluboutfit. Eagle Eye droeg een jeansbroek van een onbepaalde kleur. Iets tussen rood, purper en op sommige plaatsen vond ik er zelfs tinten magenta in. Hij droeg laarzen met metalen punten en zijn clubvest was er een zonder mouwen waaruit twee gespierde armen uitpuilden. Armen die minstens even dik waren als de bovenbenen van een stevige kerel. Hij droeg een zwart T-shirt waarop in grote gele letters ‘Look out, I am watching you’ geschreven stond. Ik vermoedde onder het T-shirt een stevige sixpack, maar mijn levendige verbeelding kon mij ook parten spelen.
Een witte stetson stond wat achterover geschoven op zijn hoofd. Net zoals de barkeeper was hij kaalgeschoren. Op zijn minst een bijzondere verschijning. Wat mij uiteindelijk opviel was dat ik zijn bionisch oog niet kon onderscheiden van zijn natuurlijke variant. Een knap staaltje van hoogstaande hardware.
            Zelfverzekerd stapte hij op ons af, de barkeeper negerend, met de beiden duimen omhoog als groet en met luide stem roepend:’Hey Ji, melkmuil, alles goed? Jongedame’, knikte hij naar me en met een brede lach die me direct veroverde, ‘ik ben Jérome Shumbwa, niet uit te spreken voor de meesten onder jullie, dus zeg maar Eagle Eye.’
Hij stak zijn enorme hand uit. Het mijne kon er op zijn minst twee keer in. Niettegenstaande de kracht die naar alle waarschijnlijkheid schuilde achter deze beer van een vent, kreeg ik een zachte warme handdruk terug. Ik stelde mij op mijn beurt voor en nodigde hem uit om bij ons tafeltje aan te zitten.
            Jérome wrong zich letterlijk tussen de krappe ruimte van het tafeltje en de in de bodem verankerde stoelen. Ji Lang legde hem ons probleem uit en ik zag zijn natuurlijke lach verstijven op zijn gezicht. Blijkbaar had de dood van zijn vrienden hem op zo’n danige wijze aangegrepen dat hij uit zijn rol van joviale en luidruchtige kerel viel. Het kort moment van stilte werd door hemzelf doorbroken.
            ‘Zoiets laat je niet koud, man,’ hij knipperde even met de ogen, 'vooral wanneer je iets hebt gezien wat je nauwelijks begrijpt. Je mag dan nog alle middelen gebruiken die je ter beschikking staan, je kan er gewoon niets aan doen. Ik voel me machteloos.’ Die reus van een vent stelde zich heel kwetsbaar op. ‘Het is iets waar ik iedere dag mee op sta en mee ga slapen,’ besloot hij met een zucht.
            Ji sloeg hem kameraadschappelijk op de rug en vroeg hem: ‘Kan je Yukiko de beelden tonen van de ontvoering. Je weet wel.’ Ji wees op het oog van Eagle Eye en vertelde hem over de dood van de ouders van Yu. Eagle Eye luisterde naar het triestige verhaal, waarbij ik mij probeerde sterk te houden.
Plots zag ik het! Zijn pupil in zijn regenboogvlies veranderde af en toe van grootte, niettegenstaande wij op een plaats zaten waar de lichtinval gering was en op zich niet veel varieerde. Ik hoorde nu ook een heel minuscuul geluidje, een klikje gevolgd door een licht gezoem. Ik zou het tijdens een gewoon gesprek nooit hebben geconstateerd. Gezien de stilte de na de uitleg van Ji viel, was het mij nu wel opgevallen. Een bionisch oog heeft dus zijn typische kenmerkende geluidjes. Dat zou ik in het vervolg niet meer over het oog zien. Een heel toepasselijke vergelijking in dit geval, dacht ik tussendoor.

            ‘Ik heb er zelf niets kunnen uit opmaken, noch de veiligheidsdienst die de beelden natuurlijk heeft opgevraagd. Ik had echter een kopie opgeslagen op mijn mobiele afstandsbediening. Heb ik hen natuurlijk niet verteld. Men weet nooit wanneer zoiets nog te pas zou komen.’

Reacties

Populaire posts van deze blog

Chateau Rouge: Deel 12