Posts

Posts uit augustus, 2014 tonen

Requiem: Hoofdstuk 2 (1e deel)

2 Stephen March knikte bevestigend. Toen de man het witte doek met een tip wegtrok om het lijk te identificeren trok zijn gezicht bleek weg. Hij slikte een paar maal om zijn protesterende maag tot rust te brengen. Zijn zus Suzy was weliswaar bijna onherkenbaar verminkt over het ganse lichaam, maar de kleine tatoeage in haar nek, de rode ronde sikkel rond de groene bol van maretak in de rechter onderkant van de hals zou hij overal herkennen. Hij zocht werktuiglijk naar iets anders en vond dan ook het kleine litteken op haar afgehouwen linkerhand. Het gekartelde witte littekenweefsel op haar ringvinger was weliswaar minder duidelijk dan toen ze nog leefde en het bloed nog door haar ledematen stroomde. Maar met deze beide herkenningspunten kon hij officieel de bediende van de lijkschouwer bevestigen dat dit onmiskenbaar de stoffelijke overschotten van Suzy Chang waren. Vreemd dat de herinnering aan het litteken Stephen op dit moment, daar ter plaatse in de nabijheid van haar le

's Avonds

Afbeelding
Hoe kan de boeman huilen het kwaad in zich verhuld in ogen is het ijs zo blauw geschilderd de mond van tanden scherp geknauwd ’s avonds in de kast op zolder                                                    rood in ledematen sterk verdund vampiers die muilen, snauwen kelen houwen, niets is heilig kerk of kruis, het huis benauwd kwaadaardig lijkt de schaduw schuilt zich achter het behang de mond gesnoerd, de maag op hol, ’s avonds ben ik toch zo bang. © Rudi J.P. Lejaeghere

Requiem: Hoofdstuk 1

Afbeelding
REQUIEM 1 Ik sta verweesd te kijken naar de beide zilvergrijze urnen op het stalen vlak in het grasveld. Het miezert, maar ik heb het niet echt in de gaten. De motregen vermengt zich met mijn stille tranen en vloeit langs mijn van verdriet vertrokken gezicht. Ik wil en zal me sterk houden, maar niets is moeilijker. Mijn doorweekte haar plakt als een slak in mijn nek. Waar mijn ouders ook mogen zijn, in deze urnen of als een onsterfelijke ziel in een of andere dimensie, mijn gedachten zijn bij hen. Ik ben noch atheïst noch een overtuigde pilaarbijter, maar hoe langer ik op deze aardbol rondloop, hoe meer ik twijfel aan het bestaan van een Opperwezen. Sommigen noemen dit wezen God, sommigen geven Hem een andere naam. ‘Als’ Hij bestaat en macht of invloed op onze wereld heeft, als Hij enigszins de kracht heeft om in te grijpen, dan mag zoiets niet gebeuren. Beelden schieten door mijn hoofd. Een namiddag in de sneeuw met mijn vader waar we een reuzensneeuwman m

Brugse kant

Afbeelding
In vlugge handen, tussen vaardige vingers draaien de klossen in paren, het kant en het garen in slagen geteld, de spelden houden het samen op het kussen is de vorm al voorgesteld de kanten mutsen op buigende hoofden beloven het fijnste van het fijne werk de freules en dames in voile en zijde gesterkt door kapsones, kopen ze wel het knopen en smijten, de scharen die snijden buigende ruggen en eeltige kneukels het geduld van de zittende vrouwen in een stukje kant van het oude Brugge. © Rudi J.P. Lejaeghere

Requiem: P R O L O O G

R E Q U I E M : P r o l o o g Na ampele overwegingen, heb ik uiteindelijk besloten om mijn verhaal 'Requiem' op het net te posten. Via deze blog zal ik wekelijks een hoofdstuk publiceren. Zoals ik reeds in een vorig bericht liet weten waar ik reeds de synopsis had gepost, bestaat 'Requiem' uit een proloog, 50 hoofdstukken en een epiloog. Goed voor één jaar lang leesgenot, enfin voor deze die het kunnen smaken. Hoe meer zielen, hoe meer vreugde, dus jullie zouden mij veel plezier doen, door publiciteit te maken voor 'Requiem'. Ik ben ook altijd bereid om te antwoorden op eventuele vragen. Veel leesplezier en hier volgt nu REQUIEM: P R O L O O G   REQUIEM Rudi J.P. Lejaeghere IN MIJN HOOFD Ze leiden stil hun eigen leven zij die zich fluisterend een weg banen langs mijn oor hoezeer ik naar hen luister nog ontsnappen ze door de mazen van mijn brein hoe zal het trouwens zijn wanneer ze zich versmelten met het waas van beelden dat

Willens wetens

Afbeelding
Hoe kleur en vorm vermengt de klank de woorden leidt het rijgen van de letters betekenissen krijgt het groene gras dat groeit de geiten in de veie wei de muizen op de zolder de drup van regen op de ruit                                                                                             ik lees de uitroep tussen punten de verbazing om de komma het heen en weer beschrijven de liefde op het eind het is de stilte op papier in elke nieuwe witregel die het verhaal verzwaard de tranen willens wetens in de voegen van het blad bewaard. © Rudi J.P. Lejaeghere

De stilte daarna

Afbeelding
Klinknagels, karwatsen en duimschroeven hoeveel pijn moeten lusten kosten het rode fluwijn op een lederen kussen de laarzen, stiletto’s, het bloedig proeven de vrouw met het zwarte haar en de roze lippen niets kan tippen aan het kant en de freule de aai en de streling, de zucht en het kreunen het zachte verglijden van de zijden lakens rondom het lichaam verstrengeld, het zweet in de navel, het zoenen, de tongen                                                                                               het vuurwerk met gensters en ploffers de sterren die vallen, het licht in de ogen het vuur van de lenden, het eeuwig ontladen de wereld die plotseling stopt met draaien de eenheid van twee in de stilte daarna. © Rudi J.P. Lejaeghere

Fladderen

Afbeelding
Hoe groen zo groen is kunnen blijven de sloten en beken doorzichtig de lucht nog altijd wolkig blauw ik zie soms een egel kruipen stekelig weg tussen de struiken maar morgen misschien fladderen de vlinders uit mijn buik zie ik de liefde vliegen                                                                                                     vandaag is het rood die bekoort aan de horizon kleurt de zon schamend, mijn wangen lichten op, ik maak een ster of twee in mijn ogen als je teruglacht is het water minder diep dan zwem ik het liefst bij je binnen als ik het mis heb wil ik best in je verdrinken. © Rudi J.P. Lejaeghere

Swing

Afbeelding
Zo slingeren ze zich om en om keren op stappen weer en duwen trekken samen als een accordeon hun voeten aan draden op en neer bewegen op het ritme van swing swing swing draaien de heupen zich links dan rechts met de benen los gekomen danst de muziek door de oren langs het lichaam terug in de grond. © Rudi J.P. Lejaeghere

Tango

Afbeelding
Luister ik in een tango verstrengeld hou ik je liefst zo dicht muzikaal de kracht van beweging proef de spiraal die we dansen zo smaak ik je graag                                                                                          gespannen leid ik of jij me rond in een zwaai begrijp ik. © Rudi J.P. Lejaeghere

REQUIEM

Afbeelding
REQUIEM Wie is geïnteresseerd om een heel groot verhaal te volgen. Het bestaat uit een proloog, 50 hoofdstukken en een epiloog. Hier volgt een synopsis van het verhaal. Ik verwacht jullie reacties!!!!! REQUIEM  : SYNOPSIS Door Rudi J.P. Lejaeghere 2112:  Na de Grote Oorlog die de wereld zoals we kenden hertekend heeft, zijn er slechts twee grootmachten overgebleven. De Oude wereld met Amerika als voorloper en Japan en China als voornaamste vertegenwoordigers van de Nieuwe Wereld in het Oosten, proberen na een lange periode van wantrouwen terug betrekkingen met elkaar aan te knopen. In de Oude Wereld worden de inwoners door de overheid ‘gechipt’ als voorzorgsmaatregel tegen de nucleaire straling die in verschillende delen van de wereld nog aanwezig is. In deze periode teistert een meedogenloze seriemoordenaar Sanctuar y, de hoofdstad van de Nieuwe Wereld. Deze hakt zonder mededogen zijn slachtoffers in stukken en laat ze voor hun nabestaanden acht

Wiervingers

Afbeelding
Strandtenen, waterhanden en schuimkoppen hoe vissen tussen zonneolie glippen ik weet de duinen soppen en het gras ertussen tippen wiervingers, lange messen en baren toppen golven in de winden knappen de kanten van het water soppen wie gaat de brekers stappen de zee, de zee                                                                                                   de meeuwen roepen vis bijeen in horizon versneden zeilen het werpen van de jut zijn been onthul de blanke walvislijven waar de zon zich in de grond wil zuigen de hemel met het blauwe vel versmelt het blakeren van hout in duigen de vangst de vissers telt. © Rudi J.P. Lejaeghere

Your smile

Afbeelding
Your smile is in the morning like a lovely lily floating on the surface of a feeling, so shy and full of ancient mystery but scarcely open, she's oh so promising. Your smile before the noon is like the flowering and so excessive that I'm a drowning fly, in your laughter there's no withholding, in your sense of beauty there's no shy. Your smile is in the evening light, but wise with little wrinkles around the mouth showing all we had, there's no price for happiness, with you I'm real and proud. © Rudi J.P. Lejaeghere

My limit

Afbeelding
I'm reaching out my window in a tender touch of my eternity. I see the past and present grow in future: time, my greatest enemy. My being, out of tender love  I'm chained into mortality, unlike the wide blue sky above my limit is not high: born in body today, tomorrow I must die! © Rudi J.P. Lejaeghere

Always here

Afbeelding
In tears, I look upon a shadow full of memories I never knew, you seem so far, but still so near, and thinking of a tale of sorrow I meet myself, it feels so new, it keeps away my deadly fear! I smell you on my empty pillow, I see your mastership in Flemish stew, it seems so strange,… you're here! © Rudi J.P. Lejaeghere

I dare not cry

Afbeelding
I'm waiting for the sunset because I dare not cry. I'm waiting for the dark because I couldn't show how much I'm missing you. And when the light has fled                                                  I will ask myself: God why? And when the night has shown his mark I will touch the sky and slow, so very slow my thoughts are joining you! © Rudi J.P. Lejaeghere

Le promeneur

Afbeelding
Je ne suis qu’un simple promeneur qui marche sur la voie de l’expérience aujourd’hui je regarde autours de moi je lis des choses formidables demain peut-être je n‘ai plus la foi c’est seulement maintenant qui compte Je ne suis qu’un simple promeneur avec un petit cœur qui est trop grand ma bouche couvre des mots d’insolence je les écris plus beaux, plus tendres j’entends la mélodie de mon enfance elle chante d’un bonheur qui est profond Je ne suis qu’un simple promeneur qui flotte dans la rivière de la masse on me bouscule, on me prend par la main tout de même je vais et j’y passe la où je dois aller et je ne crains rien parce que je ne sera jamais solitaire. © Rudi J.P. Lejaeghere