Requiem: Hoofdstuk 26 (1e deel)









26



            Jack Sterlington stond er nu alleen voor. Op vijandelijk grondgebied waar het gevaar ieder moment onverwachts toe kon slaan kon dit zowel een voordeel als een nadeel zijn. Iemand die je rug dekte was soms onontbeerlijk, maar anderzijds kon deze zich in de vuurlinie bevinden of je positie onbewust verraden. Het was een mes dat aan beide kanten sneed.
Hij had op het afgesproken punt de goed verscholen kist met klederen en documenten gevonden en zich omgekleed. Bij de papieren bevond zich een visum voor een periode van een maand en verschillende pasjes om zich toegang te kunnen verschaffen in een aantal beveiligde overheidsgebouwen, waar hij anders persona non grata zou zijn.
Zijn identiteitspapieren spraken op Josh Graham en daarop stond dat hij een zakenman op reis was en bij deze trip in deze wereld het aangename aan het nuttige paarde. Josh zou direct een aantal bezienswaardigheden uit de Nieuwe Wereld kunnen opsommen als men hem zou aanhouden en ondervragen. Hij had zijn tijd tijdens de vlucht goed besteed om deze en andere achtergrondgegevens van buiten te leren. Men had hem een hotelkamer geboekt in het Oji waar Stephen March logeerde. Dat kon altijd handig zijn om je mogelijke vijanden dicht bij je te hebben, zonder dat ze zich daarvan bewust waren. Hij had zelfs een geldig afgestempeld vliegtuigticket, moest men bij een toevallige controle hem erop aanspreken. Men moest in zijn beroep aan alles te denken. De documenten van zijn compagnons vernietigde hij, een standaardprocedure bij het wegvallen van een lid van het aanvalsteam. Jack Sterlington, nu Josh Graham dacht nog even aan zijn vriend Clint en hoopte dat men hem op tijd had kunnen redden. Naast zijn eigen identiteitspapieren had hij nog een lijst van adressen meegekregen. Een shortlist van bedrijven die transporten verzorgden voor allerlei goederen van de Nieuwe naar de Oude Wereld en omgekeerd. Josh Graham was vertegenwoordiger van een transportbedrijf in New York dat research deed naar nieuwe contacten. Een perfecte dekmantel!
Het was niet de eerste keer dat hij in een undercoveroperatie zat. Soms waren de omstandigheden heel wat minder luxueuzer dan deze opdracht. Soms moest hij zich behelpen met wat hij ter plaatste vond in de natuur, met de weinige mogelijkheden die hem ter beschikking stonden. Soms werd hij op pad gezet om een lastige dictator te doen verdwijnen of een rebellenleider die niet in het plaatje van de plannen van zijn opdrachtgever paste. Hier in stad was het een andere soort strijd.
De mogelijkheden om aan gegevens te geraken om zich bij een confrontatie met Veiligheidsdiensten of de politie te legitimeren waren onbeperkt. Maar toch was het heel wat gevaarlijker vandaag de dag. Met al de vaste en mobiele spionageapparatuur die in de steden hing of rondvloog was niemand meer anoniem. Onder zijn trui met rolkraag droeg hij een brede halsband waarin metalen draadjes waren vervlecht, een soort rooster die dienst deed als stoorder voor het scannen van zijn persoonlijke chip. Het was geen honderd procent veilige oplossing, maar McFinster had hem verzekerd dat men al heel wat fijne apparatuur in de strijd zou moeten gooien om hem in een korte periode op het spoor te komen. Jack had echter niet veel tijd nodig om in geval van nood te verdwijnen. De mogelijkheden of de beperkingen van de kraag zouden volstaan om te voldoen aan de eisen van zijn job die hij hier moest klaren. De halsband zou hem alleszins in staat stellen om Michael te kunnen benaderen zonder dat die Jack kon spotten op zijn gps-toestel.
            Jack had de marker op eenzelfde toestel gevolgd die aangaf waar Michael zich bevond. Hij was langzaam maar zeker zijn doel aan het naderen. Michael was geen katje om zonder handschoenen aan te pakken. Jack kende tot in de puntjes zijn achtergrond. Hij had verschillende keren zijn dossier gelezen en had hem als het ware zelf gerekruteerd, als was het dan in opdracht van de senator. Als beoefenaar van Kenjutsu was Michael een tegenstrever om mee rekening te houden. Zonder stoot of slag zou hij hem waarschijnlijk niet meekrijgen. Dat had hij beseft vanaf het moment dat hij de opdracht aanvaardde. Hijzelf beheerste heel wat gevechtstechnieken en kon daarin als een van de beste zijn mannetje staan. Het zwaard, de Nihonto namelijk, was voor hem echter een factor die een gevaar inhield. Jack had wel de beginselen van het schermen onder de knie, maar weerwerk bieden aan een Kenjutsu-beoefenaar met veel praktijkervaring zou hij op zijn minst als riskant bestempelen om niet het woord levensbedreigend te moeten gebruiken. Hij hoopte dat deze opdracht niet buiten zijn mogelijkheden zou liggen. Deze gedachten schoten hem even door zijn hoofd, maar hij bleef er niet lang bij stilstaan. Twijfel zou hem enkel hinderen in de uitoefening van zijn missie.
            De marker op zijn GPS dirigeerde hem niet naar de stad, wat hem enigszins verwonderde. Via een omweg, omdat hij niet direct door de omheining rond de Catacomben heen kon, werd hij naar een opening geleid in deze prikkeldraadomheining. Voor alle zekerheid injecteerde hij zich met een straling werend middel en nam nog een dosis medicijnen. Voor hij vertrok had de medische dienst hem de nodige antistoffen toegediend, maar hij voelde zich met deze extra dosis op die manier safer. Hij was tot veel bereid en een goed soldaat, maar zonder degelijke voorzorgen zijn gezondheid of zelf zijn leven in gevaar brengen, het mocht dan nog voor gelijk welk een doel of persoon zijn, volgens zijn persoonlijke maatstaven was dat een brug te ver.
            Michael had dus een schuilplaats in de Catacomben! Dat had hij noch zijn team verwacht. Hieruit bleek nog maar eens dat er iets niet in de haak was met de chip bij Michael. Ofwel hadden ze het psychotisch gedrag van deze persoon volledig onderschat. Misschien was de chip wel oké maar waren het de hersenen van Michael die de chip om de tuin leidde. Dit was echter een probleem voor de wetenschappers. Jack was geen wetenschapper, maar hij was wel vertrouwd met de berichten die zowel de Nieuwe Wereld als de Oude Wereld hadden bereikt over de Kannibalen. Hij controleerde voor alle zekerheid nog even gans zijn wapenarsenaal. Indien nodig zou hij zijn huid, al smaakte die nog zo goed, duur verkopen. Hij hoopte enkel dat dit niet nodig zou blijken.



……..



            Gekko had ons via onze mobieltjes opgeroepen. Hij had niet veel willen loslaten, maar uit zijn gelaatsuitdrukking kon ik uitmaken dat hij op zijn minst nieuwe informatie had. We waren tegelijk verrast en gerustgesteld om Stephen te zien toen we bij Gekko binnenkwamen.
            Hij vertelde ons zijn wedervaren over zijn begeleid bezoek aan de Veiligheidsdienst. Stephen verdedigde zijn standpunt waarom hij de stick aan hen had overgedragen. ‘Ik wist dat Gekko een kopie had. Het zou trouwens wantrouwen gewekt hebben als ik geen plausibele verklaring had voor de wisseltruc in de bank en op die manier zijn ze een tijdje zoet.’
            ‘En Gekko,’ ik was nieuwsgierig, ‘heb je nieuwe informatie over de stick of heb je betere beelden van onze moorddadige stalker.’
            Gekko grinnikte. ‘Jullie zijn veel te nieuwsgierig. Alles op zijn tijd.’ Hij downloadde iets op zijn scherm. Ik zag een groene balk die in procenten aangaf hoever de info die hij voor ons had opgeladen was. Uiteindelijk toen de honderd procent bereikt waren draaide hij zijn rolstoel naar ons toe. ‘Ik heb verschillende filters gebruikt op de camerabeelden uit de omgeving van het Oji en om deze beelden zo scherp mogelijk te krijgen. Eerst had ik noppes succes…en dat enerveerde mij enorm!’
            Ik kende Gekko al een tijdje en als iets hem zenuwachtig maakte, was dit enkel en alleen maar een stimulans om nog verder te gaan, nog dieper op de zaak in te zoomen en dat had hij zowel letterlijk als figuurlijk gedaan.
            ‘Rechtover het Oji heb je een aantal winkeltjes en ook een theehuisje. Ik heb via de beelden die ik van Eagle Eye’s oogmobieltje had gekopieerd en een paar aardige programma’s die gespecialiseerd zijn in gezichtsherkenning proberen te zoeken naar onze man…en ja hoor, ik heb hem ook gevonden.’
Iedereen was verrast en blij en hing aan zijn lippen om te weten en te zien wat te weten was gekomen.
‘Blijkbaar weten we nu ook dat hij een fervente theedrinker is. We kennen zelfs zijn favoriete thee namelijk gyokuro, een duurdere theesoort. Mijnheer kijkt duidelijk niet op een centje. Dat is weer een kenmerk van onze moordenaar dat we kunnen gebruiken.’
            We keken naar een uitvergroot beeld van de man die we nu al een aantal keer van de achterzijde hadden gezien. Het beeld was korrelachtig maar nu zagen we hem iets meer lateraal. Door de planten die voor hem stonden was het beeld nog te onduidelijk en kon men geen extra kenmerken aan de man ontdekken. Misschien een oor die wat beter zichtbaarder was maar zijn gezicht en identiteit was voor ons nog altijd een groot vraagteken.’
            Ik voelde de moed in mijn schoenen zinken.’ Gekko, akkoord, aardig gedaan, maar eerlijk gezegd, het helpt ons toch niet veel verder?’
            ‘O ja?’ was zijn reactie.’ Als jullie nu eens informeerden bij de eigenaar van het theehuis, ik kan jullie eventueel wel een fake legitimatiebewijs afdrukken van de Veiligheidsdienst die de eigenaar direct zal overtuigen om gewillig wat inlichtingen te geven over een klant die daar een lange tijd thee heeft zitten drinken. Zo iemand moet je toch herinneren. Ik heb ondertussen enige papieren uitgedrukt op naam van Ji en Eagle Eye, die kunnen morgen de eigenaar van het theehuisje aan de tand voelen. Jullie gezichten zijn bekend, waarmee ik Yu en Stephen bedoel. Ze waren al op het nieuws en misschien zou iemand uit het theehuis jullie kunnen herkennen en onze plannetjes in de war schoppen. De Veiligheidsdienst moet niet te weten komen dat jullie daar rondneuzen.’
            Ik had het op die manier nog niet bezien, maar ik was zo wanhopig en had verwacht dat nu de oplossing voor één enkele maal recht in onze schoot zou vallen. Het was blijkbaar teveel gevraagd, besefte ik. Maar moeilijk ging ook!
            ‘Mag ik ook nog iets zeggen?’ vroeg Stephen. ‘Ik heb jullie nog niet alles verteld over mijn bezoek aan de hoofdinspecteur Norino Vastai.’ Hij vertelde van het briefje dat de heer Daiki Ayumu in zijn hand had gehad en over de tekst met de dubieuze verwijzing naar het ongeluk of aanslag op zijn vader en stiefmoeder.
            ‘Terwijl de hoofdinspecteur mij de tekst toonde, kreeg ik een ideetje die ik na mijn bezoek aan hem in de praktijk heb gebracht…en met succes. Maar de oplossing is iets heel vreemds en ik denk dat ik jullie kennis van het terrein nodig zal hebben om dit raadsel op te lossen.’
Hij schreef de tekst waarover hij het had op zijn touchpad en gaf hem door aan iedereen van het gezelschap. ‘Je weet dat ik via het spel Passage 6 voor een deur kwam te staan en dat ik door een anagram van Furious de toegang kreeg en daardoor via de virtuele Suzy de nodige informatie over het LCR ontdekte. Die info leidde me dan op zijn beurt weer naar de bank waar ik die vermaledijde stick heb gevonden.’ Stephen pauzeerde even, wat de spanning nog wat opdreef.
Als hij nog een seconde langer had gewacht was ik waarschijnlijk ontploft.
‘De letters, of hier in dit geval de hoofdletters “WAS O MA” kan je natuurlijk op een groot aantal manieren schrijven. Ik vermoed dat Norino mij aan het testen was en wellicht de oplossing wist, maar echt ik moest hem op dat moment, gewild of niet, de uitleg schuldig blijven.’

copyright Rudi J.P. Lejaeghere

Reacties

Populaire posts van deze blog

My first e-book edition!!!!

Chateau Rouge: Deel 12