Requiem: Hoofdstuk 31 (2e deel)
..........
Ik
herhaalde alles voor een kopje voor mezelf en in een sfeer van rust en stilte
proefden we beiden van onze thee. Ik keek in zijn ogen en hij keek in de mijne.
Misschien was dit niet beleefd voor een Japanse vrouw maar zijn ogen bleven me
fascineren. Er verscheen een goudgele schittering in zijn ogen als hij
glimlachte en ik had dit vandaag tot mijn vreugde al verschillende malen gezien.
We verbraken de stilte en spraken over onze jeugd en over onze traditionele
gebruiken. Stephen vertelde me over Thanksgiving Day in Amerika die de vierde
donderdag van november werd gevierd en waar men dank zei aan God voor de oogst
en alle goede dingen die men had ontvangen. Er waren mensen die op deze dag
heel grote afstanden aflegden om maar deze dag te samen te kunnen vieren.
Het
was voor ons beiden weer een moment dat we elkaar beter leerden kennen. Hoe we
tegenover familie stonden was voor mij heel belangrijk en Stephen was een
familieman. Het was het lot die ons allebei tot wezen had gemaakt. De schuldige
liep nog altijd rond. Ik rondde de ceremonie af door alle kopjes en potjes die
we gebruikt hadden weer mooi uit te wassen met water uit de mizusashi.
Toen
Stephen op zijn horloge keek zag hij dat er drie uur voorbij waren. De tijd had
gevlogen, hij wist wel het een en ander van de theeceremonie, maar toch had
Yukiko hem het een en ander bijgeleerd. Het was voor haar een tweede natuur,
iets die zo gewoon overkwam dat je zag dat ze dit al vele malen in haar leven
had gedaan. Stephen wist dat er scholen bestonden waar je dit kon leren. Yukiko
vertelde hem dat veel gastheren dit inderdaad in een speciale school aanleerden
volgens de leer van Rikyũ. Sen no Rikyũ
had de theeceremonie gemaakt tot wat die nu was.
Stephen voelde zich een beetje
herboren. Hij had in de gekte van de laatste dagen op een bijzondere manier een
rustpunt gevonden en hij had dit te danken aan Yukiko die hem op een speciale
manier aanvoelde.
Ik
was blij dat ik Stephen een paar uren had kunnen wegtrekken uit zijn wereld van
zorgen en problemen en ik moet zeggen dat het ook voor mij heel positief
werkte. ‘Zullen we terug naar mijn appartement gaan, blijf je nog een nachtje
slapen of …?’ Ik maakt mijn zin niet af. Ik voelde mijn hart kloppen in mijn
keel. Waarmee was ik bezig? Wat een vraag was dit?
‘Bedankt voor een paar heerlijke
uren, Yukiko,’ antwoordde Stephen,’Ik zal vanavond nog eens blijven overnachten
maar ik wil zeker geen misbruik van je gastvrijheid maken.’
‘Stephen, het is zeker geen overlast
en met tweeën is het ook veiliger zolang die gast rondloopt.’
Stephen
knikte. ‘Morgen moeten we weer bij Gekko zijn en dan weten we of we iets aan
dat chipgedoe kunnen doen. Ik hoop uit gans mijn hart dat we daar een oplossing
voor vinden maar we zullen morgen toch eens de koppen bij elkaar moeten steken
omtrent ons ander probleem, of moet ik zeggen mijn probleem. Het was mij
persoonlijk dat de moordenaar heeft bedreigd. Ik ben er nog altijd niet gerust
in. We weten niet hoe hij eruit ziet. Dus hij kan op elk moment naast mij staan.
Ik zou het niet eens beseffen.’
Ik sloot af en we reden samen na die
leuke tijd in mijn ouderlijk huis, wat meer ontspannen en misschien zelfs
eventjes bevrijd van onze zorgen, dezelfde weg terug naar Sanctuary.
……..
Je
hebt nu nog één doel dat uitgeschakeld moet worden. Het is van het uiterste
belang dat je dit als een prioriteit stelt! Stephen March moet verdwijnen. Alles
wat overblijft is van ondergeschikt belang. Volg hem, dood hem! Dood hem!
Michael herinnerde zich de hoogdringendheid in de stem en wist dat hij die
stem moest gehoorzamen. Het was in hem geprint als een onuitwisbare weg die hij
moest volgen. Van het begin wist hij dat de familie March een cruciale rol had
gespeeld in zijn opdracht. Hij wist ook dat het moeilijk zou zijn om Stephen alleen
te treffen. De laatste dagen was het clubje van vier, Stephen en zijn
vrouwelijke compagnon Yukiko Mitsukai en hun twee vrienden Ji Lang en Eagle Eye
bijna onafscheidelijk geweest, buiten die gekke Gerekko Dai. Maar die had geen
voorrang. Toch niet voor de stem. Iedere keer had de stem die zijn opdracht gaf
om Stephen March uit te schakelen scherper en kwader geklonken. Stephens vader
lag aan de grondslag van deze missie. Dat had hij begrepen tussen de opdrachten
door die hij iedere keer tot in de puntjes had volbracht. Michael kon de
eindjes niet aan elkaar knopen, maar daar was het allemaal verkeerd beginnen
lopen. Men had misschien op een andere manier moeten ingrijpen. In zijn
thuiswereld kon hij toch ook een ongeluk krijgen. Toen ook was het uitermate
urgent dat deze man het zwijgen werd opgelegd.
Michael had zich kunnen ontdoen van
de Engel in het Zwart in zijn schuilplaats. Helaas had hij wel het onderspit
moeten delven. Het had hem veel gekost. Hij was verplicht geweest zijn
schuilplaats te vernietigen. Zijn sporen uitgewist, was hij ondertussen uitgeweken
naar zijn verblijfplaats in de stad. Een plaats die voor hem veel meer risico’s
inhield. Deze plaats was ook beveiligd maar midden de stad liep hij meer de
kans om ontdekt te worden. Het was nu eenmaal zo. Geen geklaag, niet omkijken.
Zijn missie was heilig en het doel wettigde de middelen, zo stond het
geschreven in zijn hoofd en zo zou het ook gebeuren. Hij zou Stephen March krijgen.
Die was minder mans dan de Zwarte Engel, die hij na zijn confrontatie in de
catacomben nog wat kon waarderen. Vrezen niet, hij was van niemand bang. Niet
meer sinds hij…Soms was het allemaal mistig en andere keren waren de beelden
dan weer duidelijk. Hij was stukken uit zijn geheugen kwijt en toch kwamen er
soms een deeltje boven water dat de puzzel weer wat aanvulde.
……..
In het hoofdkwartier van de Veiligheidsdienst
was het spoedvergadering. Ondertussen had Norino’s eerste adjunct Shi Udesama
hem terug vervoegd en samen met Goro
Fukamizu en nog een vijftal inspecteurs die extra op de taak gezet waren,
kwamen ze te samen op verzoek van hoofdinspecteur Norino Vastai.
Norino leek in de
laatste weken toen Goro opgemerkt had dat de MO van de seriemoordenaar ook
opging voor niet Akai-leden, jaren ouder geworden. Hij liep gebukt onder de
constante druk van bovenaf. Het hoofdbestuur eiste dringend om een oplossing in
deze zaak. De stress had zijn tol geëist. Hij had een barstende hoofdpijn die
maar niet overging, zelf niet met de nodige medicatie. De pers zat dan aan de
andere kant ook te blokletteren dat de politie en de Veiligheidsdienst er niets
van bakte. Zelfs de Daily Sanctuary schreef op hun voorpagina dat het nu lang
genoeg had geduurd, dat de veiligheid die de stad Sanctuary hoog in haar
vaandel droeg, met de voeten werd getreden. Een blamage op het schild van de Veiligheidsdienst
en een aanslag op de reputatie van Norino Vastai in het bijzonder.
‘Collega’s, het is nu
duidelijk dat we ons onderzoekgebied moeten uitbreiden. Goro zal jullie direct
een lijst doorgeven met de slachtoffers met daarnaast ook vermeld of ze Akai
waren of niet. Vanzelfsprekend staat het adres van hun dichtste nabestaanden
erbij gevoegd. Ik wil de lijst nogmaals gescreend zien. Iedereen moet men terug
ondervragen. Misschien zijn er ondertussen mensen die zich toch het een of
ander herinneren, dat ze in eerste instantie over het hoofd hebben gezien. We
doen het op de ouderwetse manier, van deur tot deur gaan en vragen stellen,
steeds weer opnieuw. Vergeet jullie computer en alle gadgets. Misschien dat er
op de oude manier van werken iets boven water komt, iets dat al de soft- en
hardware die we gebruiken, niet kan zien of opsporen.’ De lijsten werden
rondgedeeld en hij liep in het kort nog even de gevallen met hen samen door,
waarna ze elk vertrokken om hun opdracht uit te voeren. Goro had Shi en Norino
nog even gevraagd te blijven.
Toen ze met hun drieën alleen achterbleven,
keek Norino naar Goro. ‘Je had mij en Shi gevraagd nog even te blijven na de
vergadering, wat kon je niet zeggen voor iedereen dat het zo geheim was. Als je
iets nieuws ontdekt hebt, moet iedereen de nieuwe informatie meekrijgen!’
Goro Fukamizu schokschouderde twijfelend. ‘Het
is misschien wat delicaat en daarom had ik het eerst graag aan jullie
voorgelegd. Ik kreeg net nog een uitprint in de handen gestopt voor de
vergadering. Het blijkt dat ieder slachtoffer ooit op reis is geweest in de
Oude Wereld en een chip droeg. Je kent de verplichting in de Oude Wereld.
Gezien het diplomatieke geurtje die hier aan kan hangen wou ik het jullie eerst
voorleggen vooraleer ik het aan de grote klok hing.’
‘Juist, ja…dat neem ik wel voor mijn rekening.
Maar dat betekent of kan betekenen,’ voegde Norino daaraan toe,’ met een grote
misschien dat de chip de reden is dat die mensen allemaal vermoord zijn? Is het
dat wat je bedoelt? Of hebben ze iets gezien wat niet voor hun ogen was bestemd,
kan ook een reden zijn?’
‘Sorry baas,’ verontschuldigde Goro zich, ‘ik
heb juist de gegevens gekregen, misschien zal de deur aan deur ondervraging ook
meer licht werpen op dit feit.’
‘Oké, goed! Shi, heb jij daar nog iets aan toe
te voegen? Trouwens, hoe was het werk op verplaatsing? Beter dan hier of niet?
‘Geef mij maar Sanctuary, baas. Ik voel me hier
echt thuis. Ik voelde me daar meer als een vreemde eend in de bijt, maar heb
natuurlijk niet met mij laten sollen. De belangrijkste aanwijzing in de zaak
heb ikzelf aan de hoofdinspecteur daar kunnen aanbrengen. Hij keek maar groen
dat al zijn mannetjes die al een tijdje op die zaak werkten, daar over hadden
gekeken. Je krijgt trouwens nog een verslag door van mijn activiteiten.’
‘Oké, leuk om dat te horen en blij dat je terug
bent, maar nu is er werk aan de winkel, dat verslag kan nog wel wachten. Onze
seriemoordenaar is prioriteit één. Ik
reken op jullie twee om de zaak hier te coördineren. Daarvoor zijn
jullie mijn adjuncten. Breng zonder fout regelmatig verslag uit.’ De twee
knikten bevestigend, groetten Norino en vertrokken naar hun bureau.
Dat diplomatiek geurtje! Zoals Goro het zo wel ruikend
uitdrukte. Norino Vastai zou bij iemand van het hoofdbestuur langs moeten en
zijn kaarten op tafel leggen en eens polsen of er via die weg geen lichtjes aan
zouden gaan. Hij achtte die pennenlikkers er toe in staat om belangrijke info
achter te houden omdat ze gewoon zo dom waren als het achterste van een koe om
één en één samen te tellen en te zien dat sommige zaken met elkaar in verband
konden staan. Het zou een moeilijk gesprek worden, verwachtte hij. Maar hij was
niet aan zijn proefstuk toe, hij wist wel hoe hij de juiste snaren kon
bespelen. Maar het begon toch moeilijker te worden naarmate hij ouder werd.
Norino
Vastai verlangde naar zijn pensioen. Zijn huwelijk had zijn carrière niet
overleefd. Twee minnaressen kon je nooit goed dienen en hij was het eerst met
zijn werk getrouwd. Het was een algemene trend in hun beroep. Shi was nog
vrijgezel, maar had gewoon geen tijd om een vriendin te zoeken. En zo waren er
vele van zijn collega’s die in hetzelfde schuitje zaten.
Goro daarentegen was het stereotiep beeld van
de uitzondering die de regel bevestigde. Hij had een lief en begripvol vrouwtje,
volgens zijn zeggen. Norino twijfelde soms aan zaken die te mooi waren om waar
te zijn. Volgens Goro mocht zijn vrouw dan wel eens mopperen om de lange
diensturen, maar Goro maakte het altijd weer goed. Dat had hij Norino al
verschillende malen in geuren en kleuren verteld. Hoe hij haar dan eens
verwende met een etentje in een chique restaurant of een wellness behandeling,
een reisje waar Goro meestal dan wel niet meeging en zich liet vervangen door
een vriendin van zijn vrouw. Norino vond dat Goro zijn vrouw bijna verafgoodde
en dat al die zogenaamde tekenen van affectie meer een soort afkoopsom waren
omdat Goro ook veel te veel uren klopte en er zich schuldig over voelde. Enfin,
dat was wat hij ervan dacht. De toekomst zou uitwijzen of hun liefde sterk
genoeg was.
Maar wie was hij om te oordelen, kijk maar hoe
hij aan het kortste eind had getrokken in zijn relatie. Zijn vrouw was er met
de kinderen en twee derde van zijn spaarcenten vandoor. De rechter had haar
gelijk gegeven, ja, waarom niet, hij was dan ook maar ‘vader’ en ‘echtgenoot’
op papier. Als je nooit thuis bent, zelf niet om in het echtelijk bed de nacht
door te brengen, vond het gerechtelijk
apparaat algauw redenen genoeg om de man in kwestie in het ongelijk te stellen.
Hij had zich erover gezet. Zijn kinderen waren volwassen, hij zag ze misschien
een paar keer per jaar, soms zelfs minder. Ze waren gewoon in de jaren die
waren voorbijgegaan uit elkaar gegroeid. Hij troostte zich met het feit dat hij
de criminaliteit in de stad tot bijna een minimum had herleid, wat geen
onbelangrijke prestatie was. Was het niet van die verdomde kerel die iedereen
door de vingers glipte en slachtoffer na slachtoffer maakte zonder dat men een
spoor van hem vond! Hij wou zijn carrière met glans afsluiten en niet met een
sisser zoals nu de zaken aan het ontwikkelen waren.
copyright Rudi J.P. Lejaeghere
Reacties
Een reactie posten