Aan de straatstenen
Als ik naar mensen kijk dan zie ik amper die poepchique madam met haar stola en stilettohakken peperdure kleren of haar meneer met zijn sigaar en een dikke portemonnee hun slee navenant het is de haveloze man die strompelt, valt zijn knieën bloedens toe verwond en mompelt aan de straatstenen woorden half nog in zijn mond die mijn aandacht vangt ergens spelen kinderen zie ik in kleur op het journaal tussen puin en oorlogsmateriaal legeradmiraal of krijgertje zoals dat heet gelieve tussen de lijnen van het hek te blijven omwille van je God je huid of land geef me je hand en ik neem je arm met niets tevreden zo’n overschot het is geweten en toch komt men iedere dag tekort. © Rudi J.P. Lejaeghere