Requiem: Hoofdstuk 37 (2e deel)
……..
Het zweet liep me over
het voorhoofd. Ik had dan weliswaar geen groene vingers maar ik had wel handen
die ik uit de mouwen kon steken. De hoeveelste kruiwagen ik al uit de serre had
gevoerd en op de composthoop had uit gekieperd, wist ik niet. Het moesten er al
vele zijn. Mijn spieren deden pijn en mijn rug roerde zich ook al. Niet gewoon
om te werken meisje, dacht ik bij mezelf. Je bent echt een watje, dacht ik ook
nog!
Eigenlijk voelde ik me
al bij al goed. Het was een fijne gewaarwording iets te doen. Iets men mijn
eigen handen te verwezenlijken. Misschien was het daarbij ook een symbolische
daad. Ik maakte schoon schip in mijn hoofd en in de serre. Men zou me voor gek
verklaren als ik mijn gevoelens zou uitspreken, maar ik voelde dat mijn ouders
meekeken. Ze zouden het welletjes gevonden hebben dat ik zolang hun planten en
bloemen waar zij zoveel tijd hadden ingestoken, had laten verkommeren. Ik had
mij schuldig gevoeld, maar vandaag was het een soort verlossing en daarom wierp
ik mij er voor honderd procent tegenaan. Al deed het pijn, het voelde verschrikkelijk
goed!
Mijn gedachten
sprongen heen en weer tussen herinneringen aan mijn ouders en mijn recentere
belevenissen met Stephen. Zou hij slagen in hetgeen hij van plan was? Een
diplomaat had vele connecties en kon aan vele touwtjes trekken. Relaties die
hij gedurende zijn loopbaan had opgebouwd en mensen die hem iets schuldig
waren. Maar in een potje roeren die al van op een afstand stonk, was uitermate
gevaarlijk. Het was voldoende om één iemand wakker te maken die aan de
verkeerde kant stond en het zou voor Stephen verkeerd kunnen aflopen. Neen,
geen negatieve gedachtes, Stephen zou de taak klaren als het enigszins mogelijk
was. Ik had het volste vertrouwen in hem.
Van de serre zou ik
terug iets maken waar mijn ouders trots op zouden zijn. Eerst wilde ik beginnen
met een deftige schoonmaak en dan zorgen voor nieuwe plantaarde en de nodige
meststoffen. Mijn vader had ook een soort logboek waarin hij vele zaken in
neerschreef. Handige tips voor het kweken van die of die bloem. Ik moest dat
boek vinden! Het zou mijn handleiding zijn om er weer iets moois van te maken
en het te doen op de manier zoals het voorheen gebeurde door de handen van mijn
vader.
Zou ik Stephen
vanavond opbellen? Het was een non-stopvlucht en duurde ongeveer dertien uur. Normaal
gezien was hij nog voor de middag vertrokken, dus zou nog voor middernacht in
New York zijn. Hij zou wel moe zijn, misschien wat jetlag, misschien was het
beter dat ik wachtte tot hij uitgerust was. Hij zou eerst wat contacten in New
York aanspreken over die senatorhistorie en proberen uit te vissen over wie die
Jack Sterlington het had. Dan zou hij naar Detroit reizen en kijken of hij met
zijn referenties aan het kluisje van Jack kon geraken. Hoe hij dat zou
klaarspelen was voor mij ook een raadsel?
Mijn eerste taak na
het uitmesten van de serre zouden de ramen zijn. Mijn vader had mij ooit
verteld dat de ramen zuiver moesten zijn en vrij van schimmels. Daarvoor had
hij een middel dat verneveld werd zowel buiten als binnen op het glas van de
serre. Dat moest dan een aantal dagen intrekken. Omdat dit product nogal
agressief was als reinigingsmiddel, gebruikte het men best als de serre leeg was. Het kon dus geen beter
moment zijn om dit nu te doen. Op de bijsluiter las ik trouwens dat het tevens
de schimmels doodde die in alle hoekjes en kantjes tijdens het jaar waren
gevormd. Ik veronderstelde dat gezien mijn inactiviteit in deze branche dit wel
nodig zou zijn!
Vader Arturo had
verteld dat er drie belangrijke punten waren die men goed in het oog moest
houden in een serre. Eerst en vooral de ph-waarde van de grond, het
humusgehalte en de bijmesting. Dat zat er nog wel ingebakken maar de juiste
getallen en de verhoudingen zou ik toch maar best even opzoeken en zelf
misschien wat raad vragen in de winkels waar ik deze benodigdheden zou kopen.
Misschien lagen er nog restjes in het bijgebouwtje en kon ik de merken
opschrijven. Ik besefte dat ik, niettegenstaande een grote bewonderaar was van
de creaties op dit gebied, daar zelf niet veel kaas van had gegeten. Maar het
zou me wel lukken, mijn vader had ook ooit alles moeten leren. Voor alles is
een begin.
Na een tijdje kon ik
wel een pauze gebruiken en besloot om wat te verpozen met een kopje thee. De
jasmijnthee van mijn moeder stond nog altijd op zijn vaste plaats. Ik besefte
dat ik bezig was met mijn eigen soort ceremonieën, oude gebruiken die ik me
eigen maakte. Ik liep letterlijk en figuurlijk in de voetsporen van mijn
ouders. Na een tijdje geurde het naar jasmijn in de keuken en ik dacht
automatisch aan mijn moeder. Sachiko Matai was een zachte en opgewekte vrouw
geweest. “Sachiko” wat trouwens geluk of gezegend kind betekende was een
gepaste naam voor mijn ma. Ik had haar nooit haar stem horen verheffen en ze
hield verschrikkelijk veel van mijn vader. Ik miste haar, het was een stuk die
men uit mijn leven had gerukt en die nooit meer ingevuld zou raken.
In de keuken had zij
altijd haar stempel gedrukt. Sachiko was een goede kokkin en had gedurende haar
vele levensjaren zich daarin beetje per beetje nog meer bekwaamd. Ik herinnerde
me de vele uitzonderlijke gerechten die zij hier had klaargemaakt. Japanners
probeerden van ieder eetmaal iets speciaals te maken en ook aan te passen aan
het seizoen. Dit wortelde in hun bijzondere band met de natuur en de
seizoenswisselingen. Naast de typische gerechten als sushi, had ik hier ook
sashimi gegeten met de verste en fijnste vis en schelpdieren. Ook langoest en
Sint-Jakobsvruchten gegrild in de schil van cederappel stonden op Sachiko’s lijstje
van geliefde gerechten. Mijn favoriet was een flan van lauwe oesters met King
Crab en heerlijk ruikende paddenstoelen. Mijn vader had het nogal voor de
ingewanden van de pijlinktvis die zij af en toe klaarmaakte maar dat gerecht kon
mij minder bekoren. Het is nu eenmaal zo, dat over smaken en kleuren je
moeilijk kan discussiëren. ‘De gustibus
et coloribus non est disputandum’. Het was een Latijnse spreuk die ik ooit
eens had gelezen en die hier meer dan anders waarheid bevatte.
Mijn moeder had een
keuken waar men zoveel dingen terugvond die men gebruikte in de Japanse
kookkunst. De Japanse gekookte rijst, de gohan
of de meshi die de geest van
Japan vertegenwoordigde, mocht natuurlijk niet ontbreken in de landelijke
keuken, maar ook sojasaus en mirin,
een soort sake maar minder sterk van alcohol was van de partij. Wasabi, de Japanse specerij die wat op
mierikswortel lijkt en tofu en nori respectievelijk gemaakt van
sojabonen en vellen zeewier kon je hier ook terugvinden. De gari, een soort ingemaakte gember moest
men in de gerechten met mate gebruiken, gezien de sterke smaak. Dit had ik
allemaal geleerd van mijn ma. Soms mocht
ik mijn moeder helpen maar meestal was het haar privédomein waar ze met zachte
hand de plak zwaaide en me met vriendelijke maar onverbiddelijke gebaren de
keuken uit weerde. Ik was nu eenmaal geen kokkin zoals Sachiko ooit was geweest,
maar ik nam me voor om op zijn minst eens een van haar gerechten proberen te
maken voor Stephen. Er was nog zoveel dat ik hem te vertellen had, zoveel dat
ik met hem wou delen.
Het was vreemd maar
steeds kwam ik weer uit bij Stephen. Misschien zou ik even stout zijn en Gekko
laten kijken via de satelliet waar Stephen zich juist bevond. Neen, dat zou hij
absoluut niet kunnen waarderen. Trouwens waarom deden we nu al die moeite? Het
was om die verregaande inbreuk op de privacy tegen te gaan. George Orwell met zijn boek ‘1984’ uit de 20e eeuw was een
visionair geweest. Hij had niet kunnen vermoeden dat nu we nu in 2112, meer dan
een eeuw later op een punt stonden die zijn visie ruim zou overschrijden. Deze
keer was het geen fictie.
Mijn pauze zat er
bijna op. Ik had me zelf een uurtje gegeven om wat te bekomen en weer met
nieuwe moed aan te vallen op de serre. Ik dronk het laatste slokje jasmijnthee
op en trok weer naar buiten met vernieuwde moed. Gesterkt door de kracht van
het verleden en de positieve gedachten die door mijn hoofd vloeiden, ging ik er
weer tegenaan. Ik zou niet alleen hun respect verdienen maar ze zouden ook
trots op me zijn als ik hier gedaan had wat ik van plan was!
copyright Rudi J.P. Lejaeghere
Reacties
Een reactie posten