Chateau Rouge: Deel 15
15. Een voor allen, allen voor een
Katarina was wat aangeslagen door de interventie van de mysterieuze schutter. In haar oor hoorde ze nog steeds een gegalm. Een gevolg van het schot dat haar belager had verwond en dat praktisch naast haar oor werd afgevuurd. Ze wist niet of ze de schutter een vijand of vriend kon noemen. Had die persoon de man neergeschoten om haar van een onvergeeflijke fout te redden of had hij een andere agenda?
Ze hoorde de gewonde man kreunen terwijl hij zich probeerde verder te slepen. Blijkbaar was hij in het been geraakt. Hij hield het angstvallig stijf, bang om het ergens tegenaan te stoten. Ze zag dat hij redelijk wat bloed had verloren. De schutter had gelijk gehad dat deze man ernstig was gewond, maar hij zou haar eerst wat informatie moeten geven vooraleer ze de hulpdiensten zou verwittigen. Jean-Pierre’s leven ging voor alles.
Met de Sig Sauer die ze ondertussen uit het struikgewas had gevist, volgde ze kort het bloedspoor dat haar tot bij de man bracht, die met een verbeten blik zag dat het nutteloos was dat hij zich verder sleepte.
‘Waar is Jean-Pierre,’ viel Katarina direct met de deur in huis terwijl ze woedend het pistool tegen het voorhoofd van de gangster duwde.
Er verscheen een grimmige lach op het verbeten gezicht van de gewonde man. ‘Schiet dan, doe het Barones Katarina. Maak er een eind aan. Ik ben niet bang om te sterven. Ik geef alles voor de Meester, alles voor mijn Heer, de Broeders en de Zusters die hem dienen. Zelfs mijn leven.’
Katarina was even uit haar lood geslagen. Ze dacht dat de man direct een ander liedje zou zingen wanneer ze hem het pistool tegen zijn hoofd hield, maar er was geen greintje angst in de man zijn ogen te lezen.
‘Ik beloof een goed woordje bij de politie te doen als je mij vertelt waar Jean-Pierre is.’ Er begon zich een onaangenaam gevoel in haar buik te nestelen. Het was alsof haar darmen in steen veranderden en ijskoud werden. Deze man zou haar nooit uit eigen wil iets vertellen. Maar misschien was dit omdat hij vermoedde dat ze hem niets zou aandoen. Was zij bereid verder te gaan en die lijn te overschrijden waar ze misschien nooit meer terug overheen kon? Hoe groot was haar liefde voor Jean-Pierre?
De man keek haar met een grijns op zijn lippen aan. ‘Je moet niet zwaaien met een wapen als je het niet durft te gebruiken. Het pas niet bij een vrouw om te doen alsof ze een gewetenloze kerel is. Je zal je vriend nooit terugzien en je zal hem niet lang overleven. Je dood staat in de sterren geschreven en de Meester zal ervoor zorgen dat dit heel gauw gebeurt.’
Katarina voelde de vertwijfeling in haar hart sluipen. Niet omdat zij bang was van deze gangster, maar om dat wat hij voorspelde. Deze voorspelling van Jean-Pierre’s nakende dood was hetgeen haar over de streep trok. Zonder verder nog iets te vragen schoot ze de man in zijn andere been.
Een plotselinge schreeuw getuigde van zijn pijn maar ook van zijn verrassing dat ze uiteindelijk toch had geschoten. Hij vloekte als een ketter tussen zijn opeen geknarste tanden terwijl hij kronkelde van de pijn. Een kort moment daarna begon hij als een waanzinnige te lachen.
‘Mijn leven voor de Meester,’ riep hij en ze zag hem iets naar zijn mond brengen. Te laat besefte ze wat hij had gedaan. Zijn ogen puilden bijna uit zijn oogkassen en zijn lichaam begon spastisch te schokken. Schuim verscheen op zijn lippen en een moment later viel hij morsdood achterover.
Het was duidelijk dat hij zich met een pil of capsule een gif had toegediend. Met wie hadden ze hier te maken? Ze was van de regen in de drop geland. Nu zou ze onmogelijk Jean-Pierre nog kunnen redden.
Een geluid in de richting van de geheime gang deed haar schrikken. Met haar pistool in de aanslag zag ze twee vrouwen die ze kende in de opening verschijnen. Cecile en Marie-Anne keken met angst naar het tafereel dat zich voor hen ontvouwde. Een dode man met het schuim op de lippen en badend in het bloed, terwijl Katarina met het pistool op haar benen stond te zwaaien.
‘Katarina, alles goed met je?’ vroeg haar tweelingzuster die het eerst van haar verbazing was bekomen. ‘Ben je gewond?’
Marie-Anne keek met wijd open ogen naar de gangster. Haar bleke gezicht in het maanlicht getuigde dat ze dit niet in een paar seconden kon verwerken. De vraagtekens stonden op haar gezicht te lezen en haar blik zwierf van de dode man naar Katarina en terug.
‘Neen…, ik bedoel ik ben niet gewond.’ Cecile kon haar zuster nog juist opvangen voor ze bijna op de grond neerviel van de doorstane emoties. Cecile liet haar de tijd om even te bekomen maar vroeg dan toch om uitleg.
Nadat Katarina haar verhaal had gedaan, terwijl Cecile haar troostend op de rug wreef, vertelden ze zelf hoe ze uiteindelijk daar waren beland. Gezien noch Cecile, noch Marie-Anne Katarina vonden in het kasteel en ze haar mobieltje niet beantwoordde, hadden ze overal rondgevraagd en rondgebeld.
Het was Cecile die opperde dat gezien niemand haar had zien vertrekken, ze misschien via de geheime gang het Chateau was buiten geslopen. Toen ze door de gang liepen hadden ze een schot gehoord. Uiteindelijk na de eerste schrik hadden ze besloten verder te gaan en ontdekten ze Katarina met het pistool bij de dode gangster.
Terwijl ze overlegden hoe het nu moest, kreeg Cecile een telefoontje van François. Luisterend naar haar vriend, veranderde haar gezicht van kleur. Alhoewel ze van de emotie al niet veel kleur vertoonde, werd ze zelfs nog grauwer. ‘Oké, François, ik wacht op je aan de weg aan de rand van het bos, waar de kapel staat.’
‘Wat is dat allemaal, zus?’ vroeg een verontruste Katarina. Ze had de angst gezien die over het gezicht van haar zuster was gegleden. Ze kende dit gezicht alsof het haar eigen gezicht was, wat eigenlijk in feite ook zo was.
‘François vertelde me juist dat hij geschorst is en daarom aan het onderzoek op het Chateau niet meer mag deelnemen. Er is een nieuwe inspecteur aangesteld, een zekere Jean Demarets en het schijnt dat deze op weg is om jou te arresteren wegens medeplichtigheid aan de moord op het kasteel. Het is een man van de harde stempel en het is bekend dat hij een vrouwenhater is. François zei dat zijn drie mislukte huwelijken daar wel voor iets zouden tussen zitten. Hij vertelde ook dat deze man een tegenstander van Generaal Tavernier.’
‘Maar hoe moet het nu?’ vroeg Marie-Anne, die tot nu toe nog niet veel had gezegd. ‘Wat gaat er met Jean-Pierre gebeuren, hoe…’ Ze geraakt maar half uit haar woorden. Haar vernieuwde vriendschap met haar broer zou afgesneden worden vooraleer ze tot bloei had kunnen komen. De tranen stonden in haar ogen en haar lippen trilden.
Katarina kreeg een ijskoude blik in haar ogen en ze bukte zich en begon het slachtoffer te fouilleren. Ze had hem zien roken. Dus met enig geluk… ‘Ha,’ klonk het uit haar mond. Ze haalde een klein vierkant pakje uit zijn broekzak en toonde het voorplaatje van het boekje lucifers. ‘The New Lagoon’ was een gekende nachtclub uit de omgeving.
‘Dit is jullie zaak niet, maar ik weet waar ik nu naartoe moet. Jullie moeten terug naar het kasteel, maar vertel niemand niets,’ zei een grimmige Katarina.
‘Geen sprake van,’ antwoordde Cecile direct. ‘Ik heb François gevraagd om ons op te pikken aan de kapel aan de rand van het bos. Hij is overtuigd van je onschuld en zal ons helpen. Hij is een waardevolle bondgenoot, Katarina. Geloof mij maar. Hij wil zelfs zijn carrière op het spel zetten voor jou en mij. Dat moet toch iets betekenen.’
Katarina aarzelde maar knikte dan bevestigend. ‘We moeten van de radar verdwijnen. Marie-Anne, je blijft een gast van het Chateau Rouge en mag er zo lang verblijven als je wilt. Je zou nu beter terug gaan en…’
‘Sorry, Katarina, ik wil niet onbeleefd zijn en vergeef me als ik het recht voor de raap zeg, maar ik ben niet van plan om aan de zijlijn te staan. Zeker niet als het leven van mijn broer op het spel staat. Je zal mij bewusteloos moeten slaan om mij tegen te houden om met jullie mee te gaan.’
Dit was de andere kant van Jean-Pierre’s zuster die Katarina en Cecile plots leerden kennen. Er verscheen een duivelse lach op Katarina’s gezicht. ‘Oké dan. Zoals de drie musketiers: één voor allen, allen voor één. Laat ons naar de weg gaan en wachten op François, onze d’Artagnan. Misschien is alle hoop nog niet verloren.’
© Rudi J.P. Lejaeghere
22/04/2016
Terug met nieuwe hoofdstukken rond half september. Tot dan!! :) Rudi
Terug met nieuwe hoofdstukken rond half september. Tot dan!! :) Rudi
Reacties
Een reactie posten