Requiem: Hoofdstuk 48 (2e deel)
Iléna naderde de
deur met haar hand op de holster die ze ook geleend had van Peter Jackson. Met
haar kepie en doordringende ogen die op dit moment heel streng naar de man aan
de deur keken, liet ze een duidelijke lichaamsboodschap na. Ze hield niet van
geintjes. Ze zag dat de man begon te zweten. Natuurlijk zou iemand met een
dringende boodschap ook kunnen zweten om zo gauw mogelijk hiervan verlost te
geraken, maar zij wist dat er een andere reden was.
‘Open je vest en draai je om, dat ik
zie of je geen wapens verborgen hebt. Oké, goed zo en nu je broekspijpen
omhoog.’ De man deed alles wat ze deed. Wat een schoothondje. ‘Laat die
broekspijpen nu maar weer zakken, man, het heeft geen zicht,’ plaagde ze de
man. ‘Mag ik nu even je pas zien, duw hem maar gewoon tegen het venster.’
Wat
Philip dan ook deed.
‘Ik
laat je nu binnen, geen geintjes, meneer Collins of dat zal je zuur opbreken. Nadat
ze duidelijk zichtbaar voor Philip Collins haar holster opende, zodanig dat ze
direct bij haar wapen kon, opende ze de grote deur met de sleutelbos van de
nachtwaker. Gelukkig had ze de code onthouden, dus dat was geen probleem. Een
nachtwaker die de code van de deur niet kent, zou direct als fake ontmaskerd
worden. Ze wees naar de toiletten aan de rechterkant van de balie. ‘Ik riskeer
hier mijn job kerel, door je binnen te laten. Dus maak voort.’
Iléna zag dat de man,
niettegenstaande hij bang was, zijn nieuwsgierigheid niet kon onderdrukken.
Juist toen hij aan de toiletten kwam, draaide hij zich om.
‘Bedankt, mevrouw dat u mij…,’ begon
Philip Collins maar stokte in zijn woorden toen hij achter haar iets zag dat
blijkbaar niet mocht, gezien de ogen die hij opentrok en toen naar haar hand op
haar holster keek.
Iléna’s blik flitste even achteruit
en zag toen ook een van de handen van Peter Jackson uitsteken langs de rand van
de balie. Verdomme! Dat was een beginnersfout. Ze trok de Colt Combat Elite met
het rozenhouten greep uit de holster en richtte dit op Philip Collins. ‘Ga maar
binnen in het toilet…NU,’ zei ze wat luider omdat hij als versteend naar de
loop van het pistool aan het kijken was. Toen ze binnen waren, stak ze vlug
haar wapen terug in haar holster en paste vliegensvlug een ‘aikido atemi waza’
toe. ‘Atemi’ is op zich niet alleen een vuistslag. De ‘Atemi waza’ zoals Iléna
toediende, kon gebruikt worden in het begin van een oefening om zich goed te
plaatsen, ook om de verplaatsing mogelijk te maken of kracht mee te geven.
Tenslotte kan je ‘Atemi waza’ ook gebruiken als afwerking. Het resultaat was
hier dat Philip Collins als een ledenpop
in elkaar zakte en dat was hetgeen ze initieel voor ogen had met haar beweging.
Ze sloot hem op in het onderhoudshokje dat zich binnen de toiletten bevond en
waar men allerhande sanitair materiaal bewaarde. Ze vond zelfs materiaal om hem
te boeien en te knevelen. ‘Sorry, maatje, maar je zal je plas nog wat langer
moeten ophouden!’ Ze nam afscheid van Collins door even met de wijsvinger tegen
haar kepie te tikken en deed daarop de deur toe. Iléna zou als alles goed
afliep een boodschapje op de balie achterlaten waar ze de heer Philip Collins
konden vinden. Nu maar hopen dat hij niemand anders had gecontacteerd.
‘Probleem opgelost, Gekko.’ liet ze haar
contact weten.’ Laat ons hopen dat we geen onverwacht bezoek meer krijgen. ‘Hoe
ver zitten Joeri en Nikolaj met hun opdracht?’
……..
Ik, rode cirkel in de Kami Akai was
als een zelfmoordpiloot, een kamikaze door het verkeer gevlogen. Hoe het
mogelijk was dat ik geen brokken had gemaakt, het was een echt mirakel. In
opperste concentratie had ik mij tussen voertuigen en langs voertuigen gewrongen,
de topsnelheid van mijn autobot uitgetest en in een recordtempo mijn autobot
bestemming mijn appartement gestuurd. Daar had ik tot mijn consternatie gezien
dat Stephen er niet was. Ik vond geen sporen van inbraak of gevecht. Dus hij
moest reeds naar het huis van mijn ouders zijn ofwel…ik mocht er niet aan
denken, was hij weer ontvoerd.
Zonder veel nadenken smeet ik mij
weer als een waanzinnige in het verkeer en vloog als de wiedeweerga richting
ouderlijk huis. Ik besloot om mezelf een paar huizen verder te parkeren toen ik daar aankwam en de
autobot van Stephen zag staan. De andere zwarte geblindeerde autobot die zich
in wat verder bevond, deed mij kippenvel krijgen. Hier was hij! Stephen en zijn
belager. Ik hoopte enkel maar dat ik op tijd was. Ik had onderweg nog tijd
gezien om Ji en Eagle Eye op te trommelen, maar vooraleer die ter plaatse
zouden zijn, kon het al allemaal te laat zijn. Ik alleen zou de taak moeten
klaren. Zo stond het waarschijnlijk geschreven, het kon geen toeval zijn.
De voordeur stond op een kier. Het elektronisch
slot was intact, maar ik zag dat het alarm af stond. Er was een stukje hardware
aangekoppeld waarmee ik vermoedde dat de insluiper binnen was geraakt. Michael
was toch dood? Of was dit die andere die Michaels opdracht wou afmaken? Dit was in korte tijd al de tweede maal dat ik
sporen van inbraak tegenkwam. Eerst bij mijn vriendin, nu hier. Geen goed
teken! Ik deed mijn schoenen uit en sloop verder door de gang langs de
kersenhouten kasten de leefkamer binnen. Ik zag dat een paar zaisu en de kleine
teburu omgegooid waren. Een spoor van omvergeworpen voorwerpen leidde naar
buiten. De tuin! Ze waren in de tuin. Neen, deze keer zou, gelijk wie de
belager was van Stephen niet ontsnappen. Ik deed mijn vest uit om meer bewegingsvrijheid
te hebben. Wierp ze op een van de zaisu die nog rechtstond. Er viel een soort
kalmte over mij die ik nodig zou hebben voor Stephen uit de handen van die
kerel te redden. Maar het was niet alleen kalmte. Binnen in mij borrelde er
iets naar boven dat ik moeilijk kon benoemen. Ik had er meer dan genoeg van!
Hier, als men het mij gunde, zou ik er een eind aan maken. Tot der dood! Het waren
de woorden die door mijn hoofd flitsten. Tot der dood, tot der dood… herhaalde
ik steeds in mezelf. Een mantra die me moed en kracht gaf.
De tuin was op het eerste zicht
verlaten. Op mijn blote voeten sloop ik naar het chashitsu, maar ook in het theehuisje was er niemand. Mijn blik
draaide zich naar rechts en ik zag door het matte glas van de serre twee
gestaltes. Zou ik hem in de serre aanvallen of zou ik hem naar buiten proberen
te lokken? Wat was de slimste oplossing? Binnen in de serre had ik minder
ruimte om mij te verdedigen of aan te vallen als dat kon. Trouwens al Stephen
daar aanwezig was, zou hij als doelwit van zijn belager een zwak punt voor mij
zijn. Ik zou niet honderd procent kunnen uitpakken zonder het risico te lopen
dat Stephen in het proces ook gewond of zelf gedood werd.
‘Hé, daar, …Michael? Of hoe noemen
ze je? Is het makkelijk om iemand te doden die zich niet kan verdedigen. Bij
ons noemen ze dat lafheid. Je ben een
lafbek! Of durf je niet te vechten tegen een vrouw. Je hebt Stephens zus wel
durven doden en twee ouderlingen, die zich niet konden verweren.’
Ik
zag de figuur stokken in een beweging, zich omdraaien in mijn richting en
daarna in de serre weg en weer lopen. Hij liep van Stephen weg en dan weer
terug naar Stephen. Ik veronderstelde dat het Stephen was, want hij was de
enige persoon die zich niet bewoog. Als ik het goed in kon schatten, bevond
Stephen zich dit ter hoogte van een van de steunen die zich halverwege de serre
bevonden. Hij was daar waarschijnlijk aan vastgemaakt, daarom dat hij niet
bewoog. Ik hoorde Stephen ook niet antwoordden op mijn geroep. God, het mocht
niet waar zijn dat ik te laat was en dat die smeerlap hem al gedood had. Mijn
woede probeerde ik met alle macht te onderdrukken en te ventileren in mijn
woorden, ik moest Stephens vijand trachten te provoceren.
‘Kom naar buiten, moederskindje, dan
kan je misschien nog iets leren van een meisje.
Of ben je ook bang voor meisjes. Nou ja je weet wat ze zeggen van mannen
met een zwaard. Ze moeten compenseren voor dat een ietwat kleiner dingetje…!’
De deur van de serre werd opengesmeten,
zo hard dat ze uit haar hengsels vloog en het glas in stukken in het rond
vlogen. Gelukkig stond ik ver genoeg en werd ik niet geraakt door de
rondvliegende stukken. In het midden van de deur stond een Euraziaat in een
zwart pak. In zijn rechterhand had hij de Nihonto vast in een vuist waarvan de
knokkels wit zagen van de druk die hij erop uitoefende. De woede stond in zijn
ogen te lezen. Hij spoog zijn woorden uit als gifpijlen.
‘Krijg
de tering, je bent ook overal waar je niet moet zijn. Stephen is van mij! Hij
moet boeten, maar eerst zal ik jou eens een lesje leren. Het zal de laatste
keer zijn dat je een Engel een lafaard noemt. Ik ben uitverkoren en niemand zal
dit offer van me wegnemen. Men heeft het me beloofd.’
Ik zuchtte opgelucht. Dit wou zeggen
dat Stephen nog leefde. En voor de rest was het praat van een waanzinnige
psychopaat. Ik kon achter Michael nog juist de gestalte van Stephen ontwaren.
Hij was inderdaad geboeid aan een van de steunen van de serre. Gekneveld zag ik
van waar ik stond de woede in zijn ogen schitteren. Nu had ik andere
prioriteiten maar als ik dit tot een goed einde kon brengen, zou ik Stephen
inwijden in de Kami Akai. Die lieve beer had dringend nood aan een manier om
zich tegen zijn vijanden te weren.
‘Beloofd, pfff! Je bent het
schorremorrie van het vuilste wat ik ooit onder mijn schoen heb verpletterd.
Een kakkerlak, een luis. Een gewone moordenaar, neen, sorry een smeerlap van
een vent die weerloze mensen vermoord. Onschuldige slachtoffers maken, die zich
amper kunnen verweren. Oh ja, je moet ze eerst nog verdoven, bang dat ze je ze
niet meester kan. Of ben je bang van de woorden die ze je naar het hoofd zouden
slingeren. Zouden woorden je boos maken, moederskindje!’ Alles wat me maar in
mijn gedachten kwam om hem te kwetsen, te vernederen vloog als etter uit mijn
mond. Ik spuwde haat en ademde zijn vertwijfeling die ik las in zijn ogen met
genoegen in.
Michael twijfelde! Wat een vrouw was
dat? Hij kende ze wel. Die zwartharige feeks was de dochter van dat oude koppel
dat hij uit de serre had ontvoerd. Ze hadden het voor hun ouderdom nog lang gemaakt.
Vele jongere slachtoffers hadden het eerder begeven en gesmeekt bij de eerste
druppel bloed die ze zagen. Haar ouders waren dapper gestorven, maar dat zou
hij haar niet vertellen. Die feeks was het niet waard. Wat zij allemaal naar
zijn hoofd slingerde. Hij wou zijn vingers in zijn oren stoppen om het allemaal
niet meer te horen maar dan zou hij zijn wapen moeten loslaten. Neen, hij zou
dat tengere ding eens een lesje leren!
copyright Rudi J.P. Lejaeghere
Reacties
Een reactie posten