De vrouw in het rood: Deel 9
Katarina,
een dochter van een barones! Zijn Frans was wat roestig, maar dat had hij toch
begrepen. Zo moeilijk was dat nu ook weer niet. Een ander dienstmeisje die
plots van achter de oude dame was verschenen, was hem op de linkertrap voorgegaan,
terwijl Katarina achter gebleven was bij haar moeder. Boven sloegen ze links af
en na een tiental meter las hij op een pancarte op een van de deuren ‘Chambre
Rouge’. Zijn toegewezen kamer.
Zijn
bagage lag reeds uitgepakt op het bed. Een reuzegroot hemelbed, met een rode
sprei bedekt, dat wel wat oubollig aandeed. Het was bovenaan de vier stijlen op
elke hoek van het bed bekleed met stof in een rood bloemenmotief, brede lappen
stof die wat doorgingen in het midden. Stijlvolle meubels die waarschijnlijk
nog dateerden uit de tijd van Louis XV stonden hier en daar verspreid in de
kamer. Toen hij ze nader bekeek, zag hij dat ze heel goed onderhouden waren,
waarschijnlijk opnieuw geschilderd en vernist. De zitting en de rug van de
stoelen waren overtrokken met een helder bordeaux fluwelen stof. Het venster bestond uit enkel glas, dat zou wel
koud zijn ’s nachts. Dubbele beglazing hadden ze hier in dit Franse kasteel nog
niet uitgevonden.
Nadat hij alles die op het bed
lag in de grote kast aan de zijkant van het bed had weggestopt, bekeek hij
alles wat nader in de kamer. Er was een antieken schouwgarnituur, twee bronzen
kandelaars en een zware klok, verguld en versierd met jachttaferelen. Een
pareltje die waarschijnlijk veel geld zou opbrengen, moest men die ten gelde
willen maken.
Toen hij een
van de zware kandelaars wou opnemen om wat nader te bekijken, bemerkte hij dat
die vastgemaakt was aan de balk van de schouw. Vreemd, alhoewel misschien was
dit een maatregel omdat de gasten er niet vandoor zouden gaan met zo’n kostbaar
item. Toevallig duwde hij tegen een van de armen van de kandelaar en hoorde hij
een droge klik.
Rechts
van hem was een houten paneel in de muur open geklikt. Interessant, dacht
Jean-Pierre. Een kasteel met een geheime ruimte! Nou ja, hij had nog gelezen
dat bepaalde versterkte burchten een sluipgang
hadden waarlangs de edelen konden ontsnappen buiten de muren, wanneer het
slot belegerd werd. Waarom zou een Frans kasteel dat niet kunnen of mogen
hebben. Hij kon zijn nieuwsgierigheid niet bedwingen en piepte even achter het
luik.
Hij
zag in het licht van de kamer dat er zich een gang achter het luik bevond die
verder rechtdoor liep. Die zou waarschijnlijk evenwijdig met de kamers lopen,
maar hij kon niet zo ver zien om uit te maken hoe ver. In een van de schuiven
van een prachtige eikenhouten secretaire vond hij wat hij zocht. Een grote zaklamp.
Als die nu nog licht gaf dan was Jean-Pierre tevreden. Ja, hij had geluk, de
lamp deed het. Met het ding als een wapen voor hem gericht, ging hij de gang
in.
Er
gingen hier en daar wel wat spinnenwebben, maar al bij al was het redelijk
proper in deze ruimte. Misschien gebruikten de dienstmeisjes deze gang om het
vuil beddengoed af te voeren naar een of andere ruimte. Toen hij geluiden
hoorde, bleef hij direct stil staan. Zijn hart klopte in zijn keel. Kwam het
uit zijn kamer, zou hij betrapt worden? Neen, het kwam van voor hem, door de
wanden heen.
Voorzichtig
stapte hij muisstil verder. Een drietal meter voor hem zag hij de inval van een lichtstraal.
Daar was een gaatje in de wand en daaruit kwam het geluid. Hij doofde de
zaklamp. Jean-Pierre hoorde nu een hees gelach en wat woorden, maar kon niet
uitmaken wat ze juist betekenden. Toen hij aan het luchtgaatje kwam, vroeg hij
zich af of het wel betaamde om mensen af te luisteren, laat staan om door het
gaatje te kijken. Maar zijn nieuwsgierigheid won het van zijn ethische
bezwaren.
Hij
hield zijn adem in, alsof die hem zou verraden en piepte door het holletje. Wat
hij zag, tartte alle verbeelding. Een matrone, waarvan de heupen bijna tweemaal
haar borstomvang waren, en geweldig grote borsten die bijna tot op haar buik
hingen, zat geknield op een rood fluwelen kleed…gans in haar blootje. Ze was
vol bewondering voor de man, een echte Adonis, die in adamskostuum in al zijn
pracht en praal voor de vrouw stond.
De
vrouw lachte en hij herkende het hese geluid van even voordien. Jean-Pierre
wist niet hoe hij zich moest voelen. Enerzijds werd hij gewaar dat hij begon te
blozen van schaamte, maar anderzijds keek hij bijna gretig naar de vrouw die de
man zonder enige schroom streelde op de meest intieme plaatsen. Haar dikke
worstenvingertjes namen de kerel bij zijn mannelijkheid vast, terwijl ze
recht stond en hem naar het bed leidde. Daar viel ze neer en toonde de jonge
hengst, hoezeer zij naar hem verlangde. De jongeman bleek geen vooroordelen te
hebben en besteeg haar, zonder tegen te stribbelen.
Jean-Pierre
kon zijn ogen niet geloven. Die gasten waren hier midden in de dag aan het
seksen dat het geen naam had. De dame spoorde met haar korte benen op de rug
van haar berijder aan om het tempo op te drijven. Hij hoorde tot op de plaats
waar hij stond, achter de wand, de beide lijven tegen elkaar kletsen, hun
lichamen bedekt met het zweet van de passie. De vrouw bleef hees lachen, zelf
toen ze haar climax bereikte…en toen werd het stil. Zowel in de kamer als
achter de wand. Even stil als hij gekomen was, verdween Jean-Pierre nu weer in
tegenovergestelde richting.
Toen
hij in zijn kamer terug was en het paneel weer toe had toe geduwd, bleef hij
even stil staan. Hij besefte dat hij iets gezien had, wat zijn beeld over lust
en sensualiteit volledig op zijn kop zette. De beide begrippen had hij voordien
gekoppeld aan leeftijd en schoonheid, maar wat hij zojuist meegemaakt had,
sprak dit op alle punten tegen. Beide personen hadden genoten van hun acties en
Jean-Pierre moest het toegeven, op een bepaald punt had het hem zelf ook seksueel
opgewonden. Dat had hij vroeger nooit voor mogelijk gehouden.
Hij
hoorde een korte roffel op de deur en Katarina kwam direct daarna binnen zonder
dat hij ook maar iets gezegd had. ‘Klaar om alle hoekjes en kantjes van het
kasteel te bezoeken, mon chéri?’ Hij probeerde zijn emoties weg te stoppen en
lachte haar bevestigend toe. Ze had zich
ook omgekleed en had nu een halflange zwarte rok aan met een rode bloes en
bijpassende rode pumps. Katarina hield duidelijk van rood. Zou ze dit geërfd
hebben van haar moeder? Hoe sprak je trouwens de dochter van een barones aan?
Hij zocht in zijn geheugen en vond vrij vlug het antwoord.
Volgens de
Salische lijn mocht de eerstgeborene van een barones zich dezelfde titel
toe-eigenen, in alle andere gevallen werd een vrouwelijke erfgename met
jonkvrouw aangesproken. Zo had hij het vroeger toch op school geleerd. Als
Katarina enig kind was, dan was ze met name barones…maar zoveel van de vrouw in
het rood wist hij nog niet, besefte hij plots. Wie was zij eigenlijk?
© Rudi J.P. Lejaeghere
11/09/2014
Reacties
Een reactie posten