Requiem: Hoofdstuk 40 (1e deel)
40
Toen het licht weer
aanging op het moment dat hij aan het indoezelen was, schrok hij en voelde zich
nog meer gedesoriënteerd dan de eerste keer toen dit gebeurde. Het scheelde
niet veel of Stephen begon te hyperventileren. Hij schudde zijn hoofd. Gelukkig
was zijn hoofdpijn heel wat minder. Hij probeerde zijn adem onder controle te
houden en op de juiste manier te ademen. Gauw voelde hij de druk op zijn borst
wegtrekken. Maar als die gek iedere keer het licht aan en uit deed…de reden
daarvan nam een vorm aan. Men wou hem vermoeien, afmatten. Telkens wanneer hij
bijna sliep het licht aan doen was een martelmethode, een uitputtingsslag voor
het lichaam van het slachtoffer in kwestie.
‘Lafaard! Vuile
smerige moordenaar, kom te voorschijn en toon je een man in plaats van je te
verschuilen achter muren. Je bent bang van je eigen schaduw. Dood me dan, ik
ben niet bang om te sterven, je hebt me al alles afgenomen, waar wacht je op?’
Stephens hoofd was rood van woede. Hij was nu meer dan ooit zijn bijnaam Furious
waardig. Het weinige vocht dat hij nog in zijn mond over had, vloog in witte
vlokken met zijn woorden mee. Zijn angst werd weggeduwd door een woede die uit
hem opborrelde al een bron die onverwacht aangeboord werd.
Toen ging de deur in
de muur open en kwam Michael binnen. Stephens stem stokte toen hij de man zag
binnenkomen. Hoe was het mogelijk dat zo iemand al die moorden had gepleegd.
Het was inderdaad een Euraziaat en deze keer had hij geen spookachtig doek over
zich gedrapeerd zoals bij de moord op Suzy. Hij was ongeveer één meter tachtig
groot, wat nogal lang was voor een Euraziaat. Een pezig uiterlijk,
waarschijnlijk geen grammetje vet teveel en spieren die er staalhard uit zagen,
te zien naar het nauwe vest dat hij droeg en zijn gespierde bovenlichaam
accentueerde. Het enige dat Stephen zo frappant vond aan hem waren zijn ogen.
Die waren zo fel en op hem gericht dat de angst die hij zopas ontkend had
duidelijk voelde in het stijgend ritme van het kloppen van zijn hart. Het waren
ogen waarin waanzin blonk. Zijn blik ging daarna werktuiglijk naar de handen
van Michael. Hij had een soort van gummistok vast. Hij zou nu nog niet sterven,
dacht Stephen. Als Michael integendeel zijn Nihonto meegebracht had, zou het
andere koek geweest zijn. Stephen zette
zich krap op wat zou komen.
‘Wat heb ik je in
hemelsnaam misdaan? Wat heeft mijn zus Suzy je misdaan en de ouders van Yukiko
Mitsukai? Waarom heb je hen vermoord? Geef me, als je me dan toch doodt,
tenminste de waarheid mee. Geef me die genade en laat me weten waarom ik moet
sterven.’
Michael wandelde door
de kamer, ijsberen was eigenlijk een beter woord. Van links naar rechts, van
rechts naar links. De stok in zijn handen maakte verschillende ingewikkelde
bewegingen. De man was aan het showen. In hemelsnaam, hij was met zijn
gevechtstechniek aan het pronken. Stephen had de beweging nauwelijks kunnen
volgen, maar hij voelde bijna de pijn tegelijkertijd met het besef dat Michael
in een flits had toegeslagen en zijn arm een harde slag had toegediend. De pijn
straalde door gans zijn arm tot in de toppen van zijn vingers.
‘De Witte Engel heeft
mij opgedragen dat jij moet sterven. De Witte Engel is alles voor mij. Ik ben
maar haar dienaar, haar wrekende hand. Ik doe wat ze zegt en ze zegt: Stephen
March moet sterven!’ Terwijl hij nog sprak, draaide hij zich in een
vliegensvlugge beweging naar Stephen toe en gaf hem een reeks slagen links en
rechts op zijn lichaam die heel hard aankwamen. Stephen kreunde van de pijn.
Zijn wonden van de metro waren nog niet helemaal genezen en hij kreeg terug een
pak slag om u tegen te zeggen, je zou voor minder kreunen.
‘Stephen March moet
sterven zegt de Witte Engel. Maar ze heeft niet gezegd op welke manier. Daar
kan ik zelf in kiezen. Je zal een langzame dood sterven en ik zal er uitermate
plezier aan beleven.’
Stephen probeerde het
nog eens, nadat hij met moeite de pijn verbeet van de laatste slagen. ‘Maar
waarom juist, geeft ze je dat gezegd, waarom ik juist?’
‘Je bent een gevaar.
Je bent de zoon van Thomas March en Kathy Chang. Ze zegt dat het allemaal
begonnen is met Thomas March, dat kan ik je wel zeggen. Ik zal je een geheim
vertellen, ik wist niet of ik het jou zeggen. Maar je hebt gelijk dat een ter
dood veroordeelde het recht op de waarheid heeft. Thomas March heeft de Witte
Engel bedreigd. Dat had hij niet moeten doen. Hij bedreigde haar geheimen
openbaar te maken en daarom moest hij sterven. Zijn dood moest op een ongeluk
gelijken, dat was de enige voorwaarde. Jammer, ik had het graag anders gezien,
die keer kon ik mijn Nihonto niet gebruiken,’ grijnsde Michael als een
gestoorde.
Als Stephen nu niet
vastgebonden was, had hij hem aangevlogen zonder rekening te houden met de
consequenties. Die man had zijn vader en stiefmoeder vermoord en kwam er hier
zomaar voor uit.‘Wat heeft mijn vader met dit alles te maken, welke geheimen?
Wie is de Witte Engel?’
Als antwoord kreeg hij
nog voor hij was uitgesproken een reeks slagen op zijn armen en benen, zodanig
hard dat hij het uitschreeuwde van de pijn. Zijn lichaam zou straks een
landkaart van blauwe plekken zijn.
‘Je vraagt te veel in
één keer, Stephen March. Ik heb je tot nu toe de waarheid verteld, zoals ik hem
ken. Ik lieg niet. Wees geduldig, misschien vertel ik je nog wat…als je de pijn
verder kan verdragen.’
Hij maakte even de
ketting los aan de haak van de muur en Stephen viel op zijn knieën.
‘Drink!’ Een kort
bevel, maar een waar Stephen, niettegenstaande de pijn die uit al zijn
ledematen straalde, graag op in ging. Het bakje die voor hem stond kwam nu in
zijn bereik en met enkele slokken had hij het volledig uitgedronken. Michael
maakte de ketting terug vast en zette het bakje terug voor hem en vulde het
terug met water uit een plasticflesje dat hij bij zich had en verliet daarop de
kamer.
Na een vijftal minuten
ging het licht terug uit. Het zoemen van de generator stopte; Toen was Stephen
alleen in het donker met zijn gedachten en werd met zijn pijn achtergelaten. Hoe
zou hij dit moeten aanpakken? Die waanzinnige zou hem verder martelen en hem
beetje bij beetje vermoorden en hem tegelijkertijd wat stukjes van de waarheid
voeren als een de spreekwoordelijke wortel die men voor een ezel hangt. Net
zoals hij hem als een wild beest aan een ketting wat water voerde. Stephen vond
zichzelf ook een ezel, dat hij niet op tijd gezien had dat het geen gewone
taxibot was en dat hij daardoor ontvoerd werd door Michael. Hij voelde zich
schuldig dat hun plan in het water viel door zijn onvoorzichtigheid.. Het water
zou hem een tijdje langer in leven houden, maar dat was waarschijnlijk juist de
bedoeling van Michael. Een tijd waarin hij zijn sadistische lusten zou kunnen
botvieren en er nog bevrediging in vond op de koop toe.
Zou Yu aan hem denken?
Misschien had ze hem al proberen op te bellen? Ze hadden beloofd contact te
houden, dus vroeg of laat zou ze toch wantrouwig zijn als ze geen antwoord
kreeg. Misschien zou ze uit beleefdheid wat wachten om hem te contacteren en in
haar gedachten rekening houden met jetlag en het maken van de contacten
waarover hij haar gesproken had. Dat zou te laat worden. Michael wou weliswaar
hem niet direct doden. Hij kon de gedachte bijna niet verwerken zonder een
paniekaanval te krijgen. Hij hoorde zijn tanden klapperen. Was dit van de angst
of van de koude? Dat hij bang was, reken maar! Neen, het was ook gevoelig
kouder geworden in de ruimte waar Stephen zich bevond. Wat een pervers
spelletje speelde die kerel nu weer? Hij probeerde zich Yu voor te stellen in
zijn hoofd, enkele en alleen om zijn andere zwarte gedachten te verdringen. Hij
zag haar met die eigenwijze manier van kijken en haar zwarte haar, haar
Oosterse ogen. Ogen waar hij zoveel positieve dingen in las. Zou hij ooit de
kans krijgen om in werkelijkheid nog eens haar lieve hoofd in zijn handen te
mogen nemen en haar zachte kleine mond te kussen?
……..
copyright Rudi J.P. Lejaeghere
Reacties
Een reactie posten