De vrouw in het rood: Deel 26
26.
‘Wat
zeg je François? Maar hoe kan dit nu? En ze hebben geen spoor waar ze zou
kunnen naar toe zijn?’ Cecile zag rood van opwinding. Blijkbaar was er iets
gebeurd met haar moeder Beatrice. Het gesprek duurde nog een aantal minuten,
maar toen ze haar mobieltje afduwde, was Cecile in alle staten.
‘Wat
is er gebeurd, Cecile? Kom, leg uit, wat heb je vernomen?’ Katarina zag er even
ongerust uit, niettegenstaande ze nog niet wist wat François had verteld. Ze
beet op haar nagels van angst. Jean-Pierre had haar dit nog nooit zien doen.
Cecile
schudde haar hoofd. ‘Ze zijn moeder kwijt. Tijdens een voorgeleiding door de
officier van justitie om het Openbaar Ministerie de kans te laten om tot
voorlopige hechtenis over te gaan is ze verdwenen.’
‘Hoe
bedoel je?’ vroeg een verbaasd kijkende Katarina. ‘Verdwenen, zo maar. Uit het
justitiepaleis dan? En dan…?’ Katarina keek vragend naar haar zus, ze wist
blijkbaar niet wat ze er moest van denken.
‘Het…het
is misschien nog veel erger. Terwijl moeder wachtte in een apart kamertje moet
iemand haar geholpen hebben om te ontsnappen. Er was maar een andere deur
buiten de ingang waar ze was binnengelaten in die kamer en die was normaal gezien
gesloten. Toch is ze via deze weg verdwenen. Niemand heeft een spoor waar ze
zou kunnen zijn.’
‘Maar
wat bedoel je met nog erger?’ mengde Jean-Pierre zich nu ook in het gesprek.
‘De politie heeft haar nu toch niet meer, hoe kan dat erger zijn?’
Cecile
begon lichtjes te wenen. Tussen het snikken door kon ze af en toe nog wat
zeggen. ‘Ze hebben bloed in die kamer gevonden…bloed van moeder!’
Katarina
nam Cecile in haar armen en streelde haar arm. ‘Je moet niet het ergste denken.
Ik ben zeker dat ze…,’ ze wou zeggen dat ze nog leefde, maar besefte dat
daarmee ook het tegendeel gedacht kon worden.
Jean-Pierre
goot een borrel Cognac uit voor Cecile. Blijkbaar stond Katarina sterker in
haar schoenen en ging heel wat kalmer met de situatie om. Niettegenstaande dit
feit zag ze er zeker twee tinten bleker uit dan ze al was. Het rood van haar
lippen accentueerde sterk met de kleur van haar gezicht.
‘Hier
drink dit uit, je zal je iets beter voelen. Kom, doe maar,’ pushte Jean-Pierre
toen Cecile een afwerende hand uitstak maar dan toch de raad opvolgde.
‘Wist
François nog iets meer over haar aanhouding? Wat de aanleiding zou geweest
zijn? Die informant op het kasteel of was het iets anders?’ Katarina vuurde
haar vragen af als een gedrilde vuurinstructeur.
Cecile
stopte met snikken. Blijkbaar had het cognacje goed gedaan. ‘In alle geval,
volgens François dan, had ze nog niets losgelaten. Het is inderdaad zo, dat
iemand van op het kasteel een tip zou gegeven hebben. Maar wat ik vreemd vind
is dat het niet de zedenbrigade is die de inval heeft gedaan. François sprak
over de antispionage eenheid die in medewerking met de politie de razzia had
georganiseerd.’
‘Spionage!’
Het klonk in stereo uit de monden van Katarina en Jean-Pierre. ‘Wat mag dat
betekenen?’ ging Katarina verder, ‘spioneren voor wie en wat…ik begrijp er
steeds minder van.’
Haar
zuster haalde haar schouders op. ‘Ik weet ook niet meer, François riskeert
ontslag met de inlichtingen die hij mij gegeven heeft. Meer wist hij ook niet.
Ik ben al blij dat hij ons dit wou vertellen.’
Katarina
begon te ijsberen door de huiskamer. Ze was haar hoofd aan het pijnigen wat ze
ook nog maar konden doen op dit moment. Ze was afgesloten van haar
inlichtingskanalen omdat de generaal Jean-Pierre verdacht om de informant te
zijn. Door het feit dat Katarina te samen met hem was verdwenen, zou zij ook in
gevaar zijn. Of niet? Jacques zou haar waarschijnlijk wel verdacht hebben
gemaakt, na hun avontuur in ‘Le Tapis Rouge’. Neen, die weg was afgesloten.
‘Ik
weet het niet meer, we zijn op een dood eind aangeland. Ik kan nergens
inlichtingen vragen zonder ons in gevaar te brengen.’ Ze zette zich ontmoedigd
neer naast Cecile, die ook ten einde raad was.
Toen
gaf het mobieltje van Katarina het geluid weer van een sms. Ze keek verward en
tevens verbaasd naar het scherm en las luidop: ‘Kom morgen om 12h00 naar de
plaats waar we je enentwintigste verjaardag vierden, Maman!’
© Rudi J.P. Lejaeghere
30/10/2014
Reacties
Een reactie posten