De vrouw in het rood: Deel 28
28.
‘Neen…,’
schreeuwde de Barones in vertwijfeling uit. Haar ogen stonden wijd open van
schrik en ze keek strak naar de hand met het pistool tegen het hoofd van
Katarina. ‘Ik zal het zeggen…,’ vervolgde ze stil. De tranen liepen weer langs
haar gezicht. De trotse vrouw was gebroken en moest haar meerdere erkennen.
‘Een
wijs besluit, Madame,’ zei de man met het kostuum. ‘Mag ik er u wel op wijzen
om ons niet om de tuin te leiden en wel meteen de waarheid te vertellen of ik
kan nog altijd een kogel door het mooie hoofdje van je dochtertje jagen. Het
zou weliswaar jammer zijn van mijn handschoenen als zij met het bloed van je
Katarina zou besmeurd geraken, maar je moet toch iets voor de waarheid over
hebben, is het niet?’ Hij scheen blijkbaar geamuseerd met zijn eigen woorden
want er verscheen een brede lach op zijn tronie.
Beatrice
slikte nog even en begon terug te spreken. ‘Het zijn inderdaad drie tapes,
zoals je zei. Ik heb ze aan drie verschillende mensen gegeven om het risico te
spreiden dat ze in de verkeerde handen zouden vallen. Zij moeten ze openbaar
maken als ik ten laatste tegen de eerste van volgende maand niets laat weten.
Iedere maand spreken we zo af, ik geef steeds een seintje en dan weten ze dat
alles in orde is. Dus als zij niets van mij horen tegen dat moment…dan kan ik
er niets meer aan doen.’
‘Oké,’
zei de aanvoerder, ‘kan ik geloven, een mens moet bepaalde risico’s
incalculeren als men zich op glad ijs waagt. Maar ik heb nog altijd niet
gehoord bij welke personen je die tapes hebt achtergelaten? Kom, zeg op, mijn
vinger begint te jeuken,’ en hij hield het pistool terug tegen Katarina’s
hoofd.
‘Ze
zullen het nooit aan je afgeven, zelfs als je hen bedreigt.’ De Barones zweeg
een paar tellen maar vertelde toen toch verder toen de man vragend naar haar
keek. ‘De eerste tape is bij Frau Bertha Hofmeister, de tweede bij Thérèse
Dupont en de laatste bij Monsieur Charles. Ik veronderstel dat ze ondertussen
weten dat ik van de aardbodem ben verdwenen en dat zal ze nog zo wantrouwend
maken.’
De
man had Katarina losgelaten en zij was in de armen van Jean-Pierre gevlucht die
ondertussen stilletjes was opgestaan. Hij wou geen bruuske bewegingen maken
want een van de handlangers had nog steeds een wapen in zijn hand die hij af en
toe in zijn richting bewoog.
‘Katarina,
mijn lieve kind,’ sprak de pedante gangster plots, ‘ik ga je een belangrijke
opdracht geven en je zal je uiterste best moeten doen om die tot een goed einde
te brengen. Het leven van je moeder hangt ervan af. En als we die hebben
geliquideerd, dan komen we om je vriend en als laatste zullen we jou dan
aanpakken. Ik verzeker je dat ik je geen blaasjes wijsmaak.’ Hij keek haar even
stil aan terwijl hij zijn pistool weer in zijn holster stak.
‘Jij
gaat voor mij die tapes halen. Ik veronderstel dat jij die mensen goed kent,
niet?’ Hij keek haar even aan en toen ze bevestigend knikte, vervolgde hij zijn
betoog. ‘Je krijgt van mij de tijd tot de eerste van de maand. Ik wil het
zonder geweld proberen, we hebben al genoeg aandacht getrokken met de ontvoering
van je moeder. Ik wil de politie niet op ons spoor…als het niet nodig is,
natuurlijk. Maar dat heb jij volledig in de hand, begrijp je me goed?’
Katarina
knikte. Ze wist dat het moeilijk zou worden, maar er rijpte al een plannetje in
haar hoofd. Jean-Pierre zou haar moeten helpen. Zij hoopte dat hij nog altijd
aan haar zijde zou blijven, wat niet evident was in de huidige omstandigheden.
Ze zouden al hun charmes, als man en vrouw zijnde, in de arena moeten gooien.
De man had gelijk, de drie tapebewaarders zouden op hun hoede zijn. Ze zouden
het heel sluw aan boord moeten leggen. Misschien was dit het moeilijkste dat
Katarina ooit had moeten doen. Maar moeilijk gaat ook, dacht ze bij zichzelf.
‘Oké,
dat is dan afgesproken, je hebt ongeveer drie weken tot de eerste van de maand,
dat zou tijd genoeg moeten zijn. Laten we de laatste van deze maand hier terug
afspreken en als ik jullie hier dan niet zie, zeg dan maar adieu tegen je “maman”
en nu ik er toch aan denk…doe ook de groeten aan je tweelingzus aan de
voordeur, je echte chauffeur. Wij gaan ervandoor langs de achterkant. Nog een
goeie dag en hij tikte met zijn twee vingers nonchalant tegen de zijkant van
zijn voorhoofd in een informele groet.
Zijn
handlangers namen Beatrice terug mee, nadat een van hen haar terug had
gekneveld. Ze verdwenen te samen met hun baas achter de zwarte gordijnen van de
coulissen en na een kort gestommel was het terug muisstil in de nightclub.
‘Ken
jij dat heerschap, Katarina?’ verbrak Jean-Pierre de stilte.
Katarina
stond te beven op haar benen en haar gezicht was heel bleek van de ondergane
emoties. Hij nam haar in haar armen en leidde haar naar een van de zetels aan
de zijkant van de ruimte, waar hij haar voorzichtig liet in neerzitten.’
‘Ik
heb hem nog nooit van mijn leven gezien, maar ik ken dit soort mensen. Hij
meent wat hij zegt en zal ook doen wat hij belooft, we moeten die tapes te
pakken krijgen.’
‘Oké,
dat begrijp ik ook. Maar die mensen gaan die zo maar niet aan ons geven of wel?’ Jean-Pierre krabde even in zijn
haar en keek haar vragend aan.
‘Neen,
dat zullen ze zeker niet, we moeten ze om de tuin leiden of misschien beter
gezegd verleiden.’
Hij
keek haar nu nog meer verbaasd aan. ‘Hoe bedoel je verleiden? Wie moet dit
doen? Ik begrijp…’ Hij zag dat Katarina op zijn eerste vraag heel bewust naar
hem opkeek en hij begon iets te vermoeden. ‘Je bedoelt dat ik…maar hoe moet ik,
bedoel je dat ik…?’ Hij geraakte bijna niet uit zijn woorden.
‘Ik
weet dat ik dat eigenlijk niet aan je mag vragen, Jean-Pierre. Maar we zijn nu
al zover te samen geraakt. Wil je dit probleem helpen oplossen, ik moet je er
waarschijnlijk niet aan herinneren dat mijn moeders leven ervan afhangt. Maar
als je dat zelfs niet in rekening neemt dan mag je zeker zijn dat hij zijn
bedreiging naar ons toe geen mopje was. We zijn allemaal in gevaar als we die
tapes niet in handen krijgen.
‘Oké,
oké…ik sta achter je. Maar wat met meneer Charles, ik denk niet dat hij voor
mijn charmes vatbaar is.’
‘Je
zou misschien nog verwonderd zijn, maar neen, ik denk dat hij liever vrouwelijk
gezelschap verkiest. Die neem ik wel voor mijn rekening.’
© Rudi J.P. Lejaeghere
14/11/2014
Reacties
Een reactie posten