Requiem: Hoofdstuk 9 (1e deel)
Hij
was vaderloos opgegroeid. Zijn moeder sprak over zijn biologische vader in
bewoordingen als nietsnut, klootzak, dat stuk onbenul dat enkel dacht met zijn
lul, want verstand had hij immers nooit gehad of het had tussen zijn benen
moeten zitten. Allemaal koosnaampjes die niet echt getuigden van ‘de grote
liefde’ tussen zijn ouders. Ze had zijn natuurlijke verwekker eruit gebonjourd
in de eerste maanden van zijn prille leven. Op zekere dag had ze zijn gitaar te
samen met zijn mooie liedjes uit het venster van de eerste verdieping naar zijn
hoofd gegooid toen hij voor een gesloten deur stond. De man begreep direct de
hint die ze hem nariep. ‘Hit the road,
Jack’. Zijn vader verdween met stille trom en liet nooit meer van zich
horen. Gezien zijn eigen huidskleur moest zijn vader een buitenlander geweest
zijn. Het gebeurde soms dat kwajongens uit de buurt hem soms achter zijn rug
‘De Mongool’ noemden. Hij had het maar een paar keer persoonlijk gehoord en dat
was de jongen in kwestie niet goed bevallen. Hij liet niet met zich spotten.
Hij
groeide verder op in een eenoudergezin. Zijn moeder had een onderbetaald
baantje bij een wegrestaurant als opdienster. Toch kwamen ze goed rond, beter dan
de meeste gezinnen in de buurt die over betere jobs beschikten. Beter dan
koppels die met hun beiden uit werken gingen. Het waren zaken die hij toen niet
in vraag stelde. Zijn moeder koos hem een goede school uit en die was
allesbehalve goedkoop. Hij kreeg regelmatig en voldoende zakgeld, waarbij hij
zich als kind geen vragen stelde. Toen hij wat ouder werd begreep hij het
allemaal beter.
Op een avond
toen hij al in een paar uur in zijn bed lag en de slaap niet kon vatten hoorde
hij weer ‘de geluiden’. Zoals iedere twaalfjarige jongen was hij bang van ‘de
geluiden’, zeker van deze die hij niet kon toewijzen aan iets concreets, iets
tastbaars. Het was niet de eerste keer dat hij ze hoorde. In plaats van zoals
gewoonlijk het donsdeken over zijn hoofd te trekken en zijn oren toe te stoppen,
besloot hij deze keer toch zijn moeder wakker te maken. Stilletjes gleed hij
met de moed der wanhoop uit zijn bed in zijn slippers en ging de gang van de
overloop op.
Er scheen
licht onder de slaapkamerdeur van zijn moeder…en ‘de geluiden’ bleken afkomstig
te zijn van uit haar kamer. Hij herinnerde zich nog goed het juiste moment dat
zijn nieuwsgierigheid het won van zijn angst. Een kleine pyrrusoverwinning
bleek achteraf. Hij opende voorzichtig de deur en zag een vreemde kerel die
boven op zijn moeder lag. De man hijgde als een postpaard en zag zo rood als
een tomaat. Zowel zijn moeder als de hijger waren poedelnaakt. Blijkbaar had hij
ietsje teveel lawaai gemaakt en zijn moeders strenge blik wendde zich naar de
slaapkamerdeur waar ze hem als een klein standbeeld stil en beschuldigend naar hen
zag kijken.
Gezien zijn
moeder deftig in het vlees zat, sterker was dan menig man en haar bezoeker
eerder mager uitgevallen bleek, had zij niet de minste moeite om die rode
tomaat van zich af te werpen, haar nachthemd te grijpen, aan te trekken en naar
de deur tot bij hem te lopen. Dit allemaal in een reeks vloeiende bewegingen,
alsof zij niet aan haar proefstuk toe was. Wat hij echter niet zag aankomen,
was die eerste oorveeg. Zijn oor en wang prikte van de pijn en hij voelde de
slag nazinderen tot in zijn gebit. Zijn moeder nam hem hardhandig bij zijn oor
vast en trok hem op die manier terug naar zijn eigen kamer. Daar werd hij met
een stevige duw in zijn bed gedumpt.
‘Met
jou spreek ik straks nog wel!’ Zijn moeder was een vrouw van weinig woorden en
het zou hem verwonderen dat ze veel uitleg over de situatie zou geven. Na wat
gestommel en vloeken die hij amper kon verstaan, laat staan begrijpen, werd het
weer stil in huis. Hij wist wat er gebeurd was zonder dat zijn moeder de zaken zou
moeten ophelderen. Hij had van een kameraad in school wat boekjes in bruikleen
gekregen waarin heel wat naakte vrouwen en mannen in allerlei standjes
probeerden wat hij zojuist in de slaapkamer van zijn moeder had gezien.
Het had hem
opgewonden om de foto’s in die boekjes te bekijken en zijn lichaam had er vreemd
op gereageerd. Stiekem als zijn moeder van huis was, had hij meerdere malen gemasturbeerd
bij het doorbladeren van de boekjes. Het zien van zijn moeder met die
vreemdeling had niet hetzelfde effect gehad, eerder het tegenovergestelde.
Walging en een stukje haat welde ergens uit een diepe duistere kern in hem op. Zijn
moeder was dus gewoon een vuile hoer! Een vrouw die haar lichaam verkocht aan
de eerste beste die wat geld op tafel kon leggen.
Zijn
slaapkamerdeur vloog open en voor hij het wist regende het slagen die hij
tevergeefs probeerde af te weren. Hij weende niet, daarvoor was hij te kwaad op
zijn moeder. Hij zag alle hoeken van de kamer, probeerde weg te lopen, maar zijn
moeder was nog rapper en deed de kamer op slot. Hij kon geen kant meer op. Als
twee kemphanen stonden ze op een moment hijgend tegenover elkaar. De een murw
van de slagen, de ander moe van het slaan.
Het wijde
nachthemd van zijn moeder viel bovenaan enigszins open en hij zag haar grote
borsten en hard opstaande tepels op en neer gaan bij elke zwoegende ademtocht.
Niettegenstaande zijn pijn kreeg hij een erectie wat zijn moeder opmerkte. Ze
grijnsde kwaadaardig, sprong nader en trok zijn pyjamabroek naar beneden. Het
schaamrood van vernedering steeg naar zijn hoofd maar hij durfde niets te
zeggen uit vrees voor nog meer slaag.
Haar
hoofd dicht bij het zijne zei ze stil maar heel uitdrukkelijk, ‘Nu moet je eens
goed luisteren, klein mannetje van mij. Je komt nooit, luister goed…NOOIT meer
naar mijn slaapkamer zonder dat IK het je ZELF vraag.’ Ze keek hem met een onderzoekende
blik aan. ‘Je bent vannacht van de trap gevallen als men op school vraagt
waarom je blauwe plekken hebt.’ Zij pauzeerde even om te kijken of hij het
begreep. Het was alsof ze naar zijn penis keek, dacht hij, maar dat zou wel
zijn verbeelding zijn. Hij was nu ook niet achterlijk en knikte bevestigend
terwijl hij op zijn lippen beet om de pijn te verbijten. Nog nooit had hij zo’n
pandoering gehad. Hij had trouwens ook nog nooit een erectie gekregen wanneer
hij zijn moeder naakt zag.
Zijn moeder
bleef bezoekers ontvangen. Hij was nu niet meer bang van ‘de geluiden’. Het was
één van de dingen die erbij hoorden. Zij kwam niet meer terug op het gebeuren
maar een jaar later gebeurde er iets wat zijn leven thuis totaal veranderde.
Voordien had zijn moeder niettegenstaande ze in een restaurant werkte
waarschijnlijk meer dan genoeg de gelegenheid gehad om wat drankjes achterover
te slaan tussen de diensten. Hij had haar echter nooit betrapt op overdadig
alcoholgebruik. Nu rook hij dikwijls de weeë geur van alcohol in haar adem als
ze ‘s avonds thuis kwam.
Als ze in zo’n roes verkeerde, werd het
gevaarlijk voor hem. De ene keer kon ze hem zo maar zonder reden een muilpeer
geven terwijl ze op een andere keer hem kon knuffelen en strelen als haar
liefste teddybeer. Hoe langer deze situatie duurde hoe meer het hem verwarde. Als
hij zich minder hij verzette tegen haar schizofreen gedrag, hoe vlugger hij kon
ontsnappen aan haar onvoorspelbare buien en zich opsluiten in zijn slaapkamer. En
toen op zijn veertiende verjaardag gebeurde er iets wat de verzuurde moeder-
kindrelatie nog meer schaadde. Het was een keerpunt in zijn bestaan. Soms wordt
een mens door één bepaald moment zo getekend, dat hij het als een smet zijn
hele leven als een juk meedraagt of af en toe is het een punt waar je als
persoon voor de rest van je leven fatalistisch door getekend wordt. Het stuurt
je onvermijdelijk naar één enkel moment in je leven waar alles te samen komt en
die voor de rest van je leven je toekomst bepaald.
Reacties
Een reactie posten