Bloeddorst: Hoofdstuk 7
7
De vier mannen
waren gemaskerd. De grootste onder hen had het gezicht van de Amerikaanse
president Richard Nixon, de tweede die je zonder overdrijven dik mocht noemen
had voor Donald Duck gekozen. De twee mannen die op de achterbank zaten, hadden
respectievelijk het gezicht van Stan Laurel en de andere van Oliver Hardy. Hun
getrainde bewegingen hadden niets weg van het gestuntel van het legendarische
filmduo. Met geoefende handen, controleerden ze hun vuurwapens. De duisternis
van de nacht was de perfecte achtergrond voor hun illegale activiteiten. Hun
zware SUV hield halt voor de winkel van Shimshon Reihman, een juwelier van
Joodse origine. De dikke chauffeur, Donald Duck, reed de auto achteruit, zodanig
dat hij een eind weg maar recht tegenover de winkeletalage kwam te staan. Toen
de grote Nixon knikte, reed hij Donald met de versterkte voorbumper van de SUV
de winkel binnen. Nu hadden ze nog juist geteld vijf minuten om alles mee te
graaien en nog twee minuten om weg te komen. Het had hun wat geld gekost om
deze informatie te verkrijgen, maar iedereen heeft zijn prijs. Iemand die
geholpen had met de beveiliging van de winkel, had graag iets bijverdiend. Niet
echt ethisch van die kerel, maar de een zijn brood, is de ander zijn dood. Zo
dachten de vier gemaskerde gangsters er toch over.
Laurel
en Hardy sprongen met lenige bewegingen uit de auto. Verder kwamen ze niet. Aan
de rechterkant keek Stan Laurel in de grijze ogen van een zwartharige vrouw die
volledig in het leder was gekleed. Oliver Hardy had aan de andere kant kennis
gemaakt met haar metgezel die voor de gelegenheid in een driedelig maatpak
droeg, dat hem als gegoten paste. Julius en Diana hadden niet de minste moeite
met het komisch duo. Vooraleer ze hun wapens in de aanslag konden houden hadden
de nachtwandelaars hun tanden in de nek van hun slachtoffers gezet en al
geproefd van het bloed van Laurel en Hardy.
Nadat
Nixon en Donald Duck, het bizarre tafereel met verbazing hadden aanschouwd,
gebeurde alles heel vlug. Donald vergat dat ze hier waren om de diamanten en
zette de SUV in zijn achteruit, terwijl hij het gaspedaal induwde. Met piepende
banden maakte de wagen een korte bocht en de beide gemaskerde mannen die nog
overbleven kozen het hazenpad. Ze hadden echter niet gerekend op de snelheid
van Julius en Diana.
Het
was voor hen een kinderspel om aan een snelheid die men met het blote oog bijna
niet kon volgen, het vehikel in te halen. Julius sprong met een grote pas op
het dak van de rijdende SUV terwijl Diana zich met een sprong aan de achterkant
van de auto had vastgegrepen. Donald Duck probeerde nog om met de auto te laten
slingeren en hen op die manier van de auto te werpen. Maar zonder moeite bleven
beide nachtwandelaars aan de auto hangen alsof ze eraan vastgekleefd waren.
Julius sloeg met een gerichte slag de zijruit aan diggelen en greep een
verraste Nixon bij zijn nekvel. Julius trok de man die als een speenvarken
piepte, door de zijruit van de vluchtende auto en sprong met hem van de wagen.
Zonder dat hij een schrammetje opliep, landde hij met zijn slachtoffer in zijn
macht op zijn beide voeten. De opwinding van de jacht had hem honger laten
krijgen. Het was inderdaad een goed idee van Diana geweest. Met kracht boorde
hij zijn tanden in de nek van zijn slachtoffer en deed zich tegoed aan zijn
bloed, dat rijkelijk stroomde.
Diana
had ondertussen de achterklep van de auto opengedaan en moest toch nog even een
kogel ontwijken die Donald Duck op haar afvuurde. Niet dat men haar daarmee kon
doden, maar het zou voor kostbaar oponthoud zorgen en haar prooi zou misschien
op die manier kunnen ontsnappen. Met een paar passen landde ze op de
passagierszetel en wrong het pistool uit de hand van een panikerende Donald. Ze
hield het wapen tegen de zijkant van het hoofd van de inbreker. ‘Stoppen!’
‘Dan
dood je me,’ schreeuwde de cartoonfiguur terug. Hij had gezien hoe Laurel en
Hardy geëindigd waren en wist dat zijn leider Nixon hetzelfde lot was
beschoren. Ze zouden voor hem geen uitzondering maken. Hij zou blijven rijden
besloot hij in zijn doodsangst. De enige fout die hij maakte was om in de ogen
van Diana te kijken.
‘Ik
zei, stoppen en dat ga je nu ook doen.’
De
dwingende ogen van Diana deed elk greintje wilskracht die in hem aanwezig was
afbrokkelen en niettegenstaande zijn verstand zei dat hij moest blijven duwen
op het gaspedaal, reageerde zijn lichaam anders. De auto stopte langs de kant
van de weg en Donald Duck kreeg kippenvel op zijn armen van de roofdierachtige
blik in de ogen van Diana.
‘Gelukkig
dat ik eendjes lust.’ Het waren de laatste woorden die de chauffeur hoorde.
Diana boorde haar witte tanden in de nek van de man en stopte niet vooraleer
zij de laatste klop van zijn hart in zijn pulserende openliggende ader voelde.
Het
had allemaal niet veel meer geduurd dan vijf minuten. Ondertussen was Julius,
toen hij reeds van ver de naderende politie had gehoord, naar de SUV gelopen.
‘Misschien kan je best vanop de achterbank je maaltijd verzetten, schat. Anders
moeten we als toetje nog een paar politiemensen drinken. Ik houd niet echt van
dat soort drankje, geeft me altijd het maagzuur.’
Diana
keek op en achterom naar de naderende politiewagens. Met een zwaai wierp ze het
kadaver uit de wagen. ‘Geef maar gas, Julius, laten we ze laten werken voor hun
loon. Straks na een leuke race, kunnen we de auto ergens dumpen en terug naar
huis keren.’ Ze keek hem even aan van opzij en glimlachte naar hem. ‘Dit was heerlijk,
schat, mmm, was echt lekker, ik voel me als herboren. Heb verschrikkelijke lust
in seks, jij ook?’ Julius trapte het gaspedaal bijna door de bodem van de auto,
terwijl de wagen slingerend en piepend wegschoot.
……….
Markus
had haar aangekondigd met haar mensennaam Elisa Thompson. De secretaris van
Dragosj had verwonderd gekeken toen ze zo maar kwam aanwandelen in de hall van
hun nest. Het was onmogelijk om voor een gewoon mens de ingang daarvan te kunnen
forceren. Je moest eerst een deur van pakweg een paar honderden kilo zwaar
kunnen openduwen, als je dan ook al de sleutelcode bezat voor de lift die je
naar de hall zou brengen. Markus was zeker dat de vrouw de sleutel niet bezat,
anders zou hij een vermelding hebben op inlog van de liftprocedure. Toen ze
binnenkwam, had hij dit automatisch gecheckt aan de balie en gezien dat dit
niet zo was. Hij was ook zeker van het feit dat zij niet de spierkracht bezat
om zelf die deur open te duwen. Het zwaarste dat vrouwen met de taille van een
mannequin zoals zij tilden was hun glas champagne of ten hoogste hun trouwe
poedel.
Mercedes
had geen moeite gehad om het adres van Dragosj te vinden. Ze had zelfs niet de
moeite genomen om een zoekersbezwering te weven. Ze leefde in de 21e
eeuw en had met een duur computerprogramma een query laten lopen waarbij zij
een aantal bekende feiten had ingegeven met als variabele en onbekende de
gemeenschappelijke plaats. De ingenieuze software, de hedendaagse tovenaar van
deze tijden, had haar niet in de steek gelaten. Ze kreeg weliswaar een vijftal
resultaten waarvan ze de voor de hand liggende favoriet uitpikte. Dit was de
plaats waar ze het meest kans had om Graaf Dragosj te ontmoeten. Zijn signatuur
gedurende de laatste eeuw had een digitaal spoor nagelaten. Niets was
onzichtbaar op de internetsnelweg als je de juiste toetsen indrukte.
Het
kaartje dat ze aan Markus had gegeven, vermelde haar zoveelste alias. Het was
interessant om af en toe van identiteit te verwisselen, zeker voor een
wolfheks, die door de eeuwen heen, veel vijanden had gemaakt. Er stond een
grote prijs op haar hoofd en ze wou dat hoofd nog een eindje op die plaats
houden waar het normaal gezien hoorde. Elisa Thompson was advocate van beroep.
Niet dat Mercedes veel van rechtszaken afwist, maar ze had altijd al gedacht
dat dit soort van mensen op de vreemdste plaatsen en in de raarste
omstandigheden werkzaam waren. Ze wist uit ervaring ook dat men ofwel een
immens ontzag had voor dit beroep ofwel een heilige schrik, toch voor deze die
het gemaakt hadden. Daarom had ze een digitaal spoor nagelaten, die van haar de
beste strafpleiter in de regio maakte. Geen magische truck, enkel wat goochelen
met websites en valse geloofsbrieven. Je moest je kunde niet te grabbel gooien.
Markus
had haar met een kluitje in het riet willen sturen, toen zij haar verzoek om
Dragosj te spreken had geuit. Zijn dwang werkte niet op haar, zoveel wist hij
al. Dit was geen gewoon mens en daarom gaf hij haar een tweede kans. ‘Hoe kent
u de Heer Dragosj?’ had hij gevraagd om toch met iets in de handen tegenover
zijn meester te komen.
‘Zeg maar dat de
dochter van Pandora er is. Graaf Dragosj,’ beklemtoonde ze, ‘heeft nog een
schuld af te lossen. Ik wacht ondertussen hier wel…maar mijn geduld is niet oneindig.’
Markus had haar
aangekeken met een opgeheven wenkbrauw. De naam zei hem niets en het lag voor
de hand door haar opmerking over zijn titel dat ze wel wist over wie ze sprak.
Graaf Dragosj had
zelfs niet omgekeken, toen hij hoorde dat Elisa Thompson aanwezig was. Hij had
een leeftijd waarbij men niet meer opschrok of verwonderd was over een of
andere gebeurtenis. Alhoewel bij de bijkomende informatie dat het om de dochter
van Pandora handelde, hij zijn wandelstok wat harder vastnam, zodanig dat de
reeds witte knokkels van zijn hand nog witter werden. ‘Laat ze binnen, Markus…en…wees
respectvol tegen haar. Ze is de dochter van een oude kennis.’
Markus was nog
meer verwonderd. Hij dacht iedereen te kennen uit de kennissenkring van zijn
Meester. Dat was gewoon zijn vak. Daarop steunde de beveiliging rond zijn
werkgever nu eenmaal op. Hij moest iedereen kennen om zijn veiligheid te kunnen
waarborgen. Hij kende niemand met de naam Pandora, de enige Pandora waar hij
ooit van gehoord had…Neen, dat idee verwierp hij gewoon als nonsens.
‘Dag, jongedame,’
begroette Dragosj de vrouw met het roodbruine haar. ‘Ik wist niet dat Pandora
nog levende dochters had. Voor zover ik mijn geschiedenislessen onthouden heb,
had zei maar drie dochters, Phrophasis, Metamelea en Pyrrha. Die zijn allemaal
reeds een tijdje dood. Kan ik misschien een geneesheer aanbevelen? Die kan je
zeker en vast helpen met je probleem.’ Dragosj stopte met spreken maar had zich
altijd niet omgedraaid. Het was alsof hij wachtte op iets vooraleer hij verder wou
gaan.
‘Graaf Dragosj, ik
moet je inderdaad de groeten doen van Pandora, over de dood heen en…neen, ik
heb ze nog allemaal op een rijtje. Mijn moeder heeft je lang geleden de
vrijheid gegeven in haar jeugdige nieuwsgierigheid. Ze heeft alles geprobeerd
om veel van haar fouten goed te maken, maar helaas is dit niet gelukt. Ik weet
wat er in doos zat, want ik ben de vierde dochter van Pandora, waarover de
geschiedenis niet spreekt. Mijn moeder heeft je toentertijd uit de doos laten
ontsnappen net als zovele kwalen die over de wereld zijn gekomen. Het wordt
tijd dat je iets voor haar terugdoet…toch als je wil overleven als…ras!’
Nu draaide Dragosj
zich met een onvoorstelbare snelheid om en torende in één tel boven de vrouw
uit. ‘Ik laat me niet bedreigen door een sterveling en nog minder door iemand
die wartaal verkoopt.’ Hij wou met een gericht houw van zijn hand met de
messcherpe vingernagels de keel van de vrouw doorsnijden. De volgende seconde
werd hij door een onzichtbare kracht in de hoek van de kamer gekatapulteerd.
De vrouw stond in
de kamer met de handpalm naar hem gericht. Haar lange haar waaierde uiteen als
in een vlammenkrans, terwijl in haar ogen een gevaarlijk vuur gloeide. ‘Er komt
niemand om je te helpen, als je dat verwacht. Ik heb de ruimte met een
beschermingsspreuk afgesloten voor geluiden. Mijn echte naam is Mercedes en ik
ben bijna even oud als u, Graaf Dragosj. Ik wil je geen kwaad doen, dat zweer
ik op het hoofd van mijn moeder, de eerste wolfheks der tijden, zowaar ik haar
dochter ben. We hebben allemaal een nieuwe vijand en we moeten ons verenigen of
het wordt voor ons allemaal de dood. Moeder heeft je laten leven, terwijl ze je
terug in de doos kon opsluiten, ik wil deze schuld vandaag innen.’
Dragosj stond terug
recht en stofte zijn klederen wat af met zijn handen. De spanning was gebroken,
hij wist wie hij voor zich had. Niemand anders kon weten waar zijn oorsprong
lag. Niemand behalve Pandora of haar nakomelingen. ‘Welkom, Mercedes, je hebt
een merkwaardige manier op je punt duidelijk te maken. Ik denk wel dat we het
over een samenwerking eens kunnen geraken. Wat mij vooral interesseert is wat
je eigenlijk afweet van onze nieuwe vijand?’
‘Dat zal ik je nu
eens haarfijn uitleggen, hooggeboren Graaf Dragosj.’
© Rudi J.P. Lejaeghere
09/02/2015
Reacties
Een reactie posten