Bloeddorst: Hoofdstuk 11
11
Ik opende de doos en de kwalen en rampen
overspoelden de aarde zonder onderscheid van ras of sekse. Ziekten woekerden
onder verschillende bevolkingsgroepen. De een al erger dan de andere. Sommige
toonden zich aan de buitenkant door etterende zweren of bloederige wonden.
Andere vraten langs de binnenkant van de mens. Kanker dunde met een regelmaat
van de klok de wereldbevolking uit. De Pest kwam neer op de knaagdieren die men
ratten noemt. Zij stierven echter niet, maar werden de dragers van de ziekte
die ze in de achterbuurten van de steden verspreidde.
Onrust werd op de aarde gelegd en de
grond beefde op plaatsen zo erg, dat hele rijen huizen de grond inzakte,
bruggen werden vernield met alle mensen die erop liepen. Wouden branden als onblusbare
fakkels en namen de steden aan hun rand in hun vlammen op. Vulkanen barsten uit
en lava stroomde in rivieren door de landen. Vruchtbare vlaktes werden
overspoeld door overstromingen, vee en duizenden mensen verdronken.
Nadat deze uitbarsting van ellende
ten einde kwam, wanneer de overlevenden hun slachtoffers telden, verstopten
zich de kwalen en de rampen in de zandloper van de tijd. Zonder waarschuwing
sloegen ze op ongeregelde tijden toe, genadeloos en zonder iemand te ontzien.
Onderhuids ontwikkelden zich anomalieën, tot in het diepste van het levend
wezen, kropen de rotte vruchten uit de doos die mijn man had gekregen en
nestelden zich in de mens.
Onvrede heerste, zelfs om de
kleinste dingen. Ruzie ontstond om het minste meningsverschil. Deze kleine ongeregeldheden
werden opgeblazen tot grote conflicten. Volkeren namen de wapens op tegen elkaar
en vochten tot der dood. Bloed werd vergoten in naam van overtuigingen die men
probeerde op te dringen. Iedereen was overtuigd van zijn gelijk en van het
ongelijk van de vijand.
Wolken met donkere magie dreven over
de aarde en oceanen. De plaatsen die ze aandeden werden overspoeld met zure
regen en ondoordringbare mist. De magie kleefde zich aan sommige schepsels.
Sommigen kregen onnoembare eigenschappen door deze zwarte tovenarij.
Op de eerste dag daalde de regen
neer op de hoofden van verschillende onwetende zielen. Zij kregen de kracht van
de transformatie en sommigen werden ’s nacht onder het licht van de maan wolf.
Hun lichaam doorstond telkens een pijnlijke verandering vooraleer ze beschut
door de duisternis hun slachtoffers zochten.
De tweede dag ontstond er
ondoordringbare mist die neerdaalde uit de zwarte wolkenmassa. Je kon amper de
man naast jou onderscheiden langs de straten van het dorp waar deze magie zich
neersloeg. De meeste werden bezeten door ongekende demonische krachten en
sloten een verbond met de Duivel. Ze zouden zijn werk op de aarde verderzetten.
De andere demonen nestelden zich in huizen en kastelen en spookten er elke
nacht, tot de inwoners er gek van werden.
Op de derde dag bliksemde en
donderde het uit de wolkenmassa. Velen levende wezens werden neergebliksemd,
maar de mensen onder hen stonden na een ogenblik weer recht en gingen op stap
als dienaars van het Donker. Tovenaars en heksen bedreven met hun nieuwe
krachten Zwarte Magie met als enige doel, de mensheid in een poel van pijn en
verdriet te verdrinken.
De vierde dag regende het bloed uit
de hemel en de wolken losten op. Diegenen die deze rode zondvloed proefden op
hun lippen, kregen een onverzadigbare dorst naar bloed. Hun twee bovenste
snijtanden werden langer en scherper. Ze gebruikten ze om hun slachtoffers de
keel open te bijten en te drinken van hun nog warme bloed dat hun stervende
hart naar boven pompte.
Al deze wezens en nog veel meer
gespuis en duister gebroed spreidde zich over de wereld. Ze maakten gebruik van
de schaduwen en de bescherming van de nacht om nieuwe slachtoffers te maken.
Hun aantallen groeiden aan, want in sommige van deze wezens zat de kracht om
van hun slachtoffers nieuwe dienaars van het Kwaad te maken.
Van dit moment af was er rampspoed
op de aarde, vanaf deze dag voelde niemand meer zich veilig
Hoe kan een mens vergiffenis krijgen
voor zoveel leed!
……….
Het
dagboek van Pandora was een gruwelijk geschenk die ze aan haar dochter had nagelaten.
Ze had, na haar onvergefelijke fout, niet geweten hoe ze al dit leed kon
rechtzetten. Ten einde raad had ze voor haar nageslacht proberen alles op te
schrijven wat ze te weten kwam over de rampspoed die ze over de wereld had
losgelaten.
De
gruwel die ze op de verzamelde perkamenten beschreef, was op zijn minst
bloederig en verschrikkelijk te noemen. Zowel voor Diana als voor Julius was
het een verrassing te lezen over de oorsprong van de nachtwandelaars en sommige
andere bekende wezens van de nacht.
‘Heb
jij ook je kracht op die manier ontvangen, Mercedes?’ Julius had het uittreksel
uit het dagboek met aandacht aangehoord. Hij was door Dragosj gemaakt en Diana’s
maker was ondertussen al naar de zon gereisd en was er dus niet meer. Beiden
waren geen eerste generatie.
‘Mijn
moeder werd extra gestraft om haar ongehoorzaamheid en nieuwsgierigheid. Mijn
wolf-zijn heb ik ontvangen door middel van een goddelijke afgunst, mijn andere
kant, de heks in mij komt uit de doos. Ik heb mij door de eeuwen heen kunnen
leren bedwingen om de verkeerde weg in te slaan. Het heeft mij moeite gekost en
is zeker niet gebeurd zonder slachtoffers te maken. Het is een emotionele
bagage die ik nooit zal kwijtraken. Er is en blijft altijd een zwarte kern in
mij.’
Diana
meesmuilde om de gevoelige snaar die Mercedes aan het bespelen was. ‘Wat jij emotionele
bagage noemt, is voor mij ervaring en kracht. Je zou moeten fier zijn omdat je
geen gewone sterveling bent.’
Het
was alsof Julius hierop wou reageren, maar uiteindelijk ging hij er niet op in.
Voor hem speelde nog altijd zijn haat tegenover Dragosj omtrent de dood van
zijn moeder. Op die manier stelde hij zijn nieuwe bestaan als quasi
onsterfelijke in vraag.
Vroeger
zou Diana deze twijfeling als onmacht of verraad gezien hebben, maar nu ze zijn
verhaal had gehoord, gaf ze hem het voordeel van de twijfel. Ze zou proberen
hem te helpen om wat er nog van zijn menselijke kant in hem sluimerde uit te
schakelen. Hij zou veel beter af zijn. Zeker met de mogelijkheid dat hij Graaf
Dragosj zou kunnen opvolgen.
‘Weet
je zeker dat je hierin iets gezien hebt over Het Water van de Verloren
Zuchten?’ Diana was ongeduldig want ze vermoedde dat hun vijand niet stil zou
zitten. Ze mocht dan wel bijna onverslaanbaar zijn, ze wou het niet op een
rechtstreekse confrontatie laten opdraaien zonder dat ze meer informatie had.
Informatie hoe ze dat wezen konden verslaan bijvoorbeeld.
Mercedes
bladerde tussen de folio’s die aan de randen krulden van ouderdom. ‘Hier, ik
heb het gevonden. Ik wist dat er hier iets van in stond.’
‘Geef
hier,’ snauwde een ongeduldige Diana, ‘waar ligt dat water?’
Met
toegeknepen ogen keek Mercedes naar Diana, die geen haarbreed terug krabbelde
onder de vlammende blik van de wolfheks.
‘Oké,
laat me dan maar eens horen hoe je kennis is van het Oude Grieks, beste Diana.’
‘Oud
Grieks?’ Diana had zich voor haar hoofd kunnen slaan. Natuurlijk was de tekst
in Oud Grieks geschreven. Pandora stamde uit die tijd en plaats waar deze taal
gebruikt werd in de geschriften. ‘Goed, wijsneus, lees het ons dan voor.’ Ze
moest bakzeil halen, iets wat ze niet gewoon was.
Met
een lichte glimlach die Mercedes niet kon wegstoppen richtte ze haar blik op de
berichten van haar moeder.
Het Water van de Verloren Zuchten is niet
van deze wereld…
‘Excuseer, wat betekent
dat, niet van deze wereld? Je gaat ons toch geen sprookjes wijsmaken toch?’ Diana
stond met haar handen in haar zij. Blijkbaar zou zij nooit vriendjes worden met
Mercedes, zoveel was zeker.
‘Diana, houd nu
even je mond en laat de vrouw uitpraten. Dan hebben we nog alle tijd om bezwaren
te opperen of als je het dan niet kan laten, haar af te kraken.’
Met een
geschrokken blik trok het weinige kleur dat Diana in haar gezicht had weg. Zo
had Julius nog nooit tot haar gesproken. Ze wist echter dat ze lager in de
hiërarchie stond en verbeet haar woede. Ze zwaaide met haar hand naar Mercedes
als teken dat ze verder kon gaan.
Het Water van de Verloren Zuchten is niet van deze
wereld. Op het punt waar de Styx, de Phlegeton, de Acheron, de Cocytus en de
Lethe samen komen is een moeras. Dit moeras is onbevaarbaar voor een
sterveling. Charon zal betaald moeten worden met de dood en een obool op de
tong, om mee te mogen varen. Wie de dood te slim af is, zal als beloning naar
het Water van de Verloren Zuchten worden gevaren. Daar kan hij in het wateroppervlak
zien wat hij zoekt of wat hij verloren is. Dit moet allemaal gebeuren binnen de
tijdspanne van twee zandlopers. Indien deze tijd overschreden wordt, wacht de
ongelukkige een eeuwige dwaaltocht langs de rivieren van de Onderwereld.
‘Serieus, fluitje
van een cent.’ Diana hield zich verder echter in en wachtte op de reactie van
Julius en Mercedes.
‘Eerlijk,
Mercedes, wat wordt hier allemaal mee bedoeld? Dat zijn toch allemaal oude
mythen. Ik moet Diana gelijk geven als ik dit allemaal hoor dan twijfel ik toch
aan de betrouwbaarheid van die teksten.’
Ondanks de reactie
van de beide nachtwandelaars, die nu plotseling toch aan hetzelfde eind
trokken, verscheen er een glimlach op het gezicht van Mercedes. ‘En mijn moeder
dan? Pandora, zij wordt toch ook beschreven als een mythe. De doos van Pandora,
ook een mythe? Al de nachtwezens, waarvan jullie weet hebben, ook een fabeltje?
Mag ik erop wijzen dat ik uit vlees en bloed besta en dat ik mijn moeder
persoonlijk heel goed heb gekend. Ik kan jullie met zekerheid bevestigen dat
zowel de Onderwereld als Charon bestaan. Misschien dan wel niet zoals jullie
het misschien voorstellen, maar ze zijn er…nog altijd.’
‘Goed dan. Waar
kunnen we die vinden. Is er ergens een hol die naar deze rivieren en de
Onderwereld leidt of heb je een geheime schatkaart in dat dagboek verborgen
zitten?’ Het werd wel enigszins spottend gezegd, maar Diana had een punt. Als
de tekst van Pandora op de werkelijkheid gesteund was, waar bevond zich dan die
plaats?
Mercedes werd
plotseling heel serieus en twijfelde om te antwoorden. Julius zag haar
aarzeling. ‘Zeg het maar, Mercedes, moeilijk gaat ook. We hebben al voor hetere
vuren gestaan. Moeilijkheden zijn er om overwonnen te worden en nu we de handen
in elkaar hebben geslagen, zijn we samen sterker dan alleen.’
De wolfheks knikte
en slikte even haar laatste twijfel in. ‘We moeten ons niet verplaatsen voor
deze gevaarlijke reis. Dat is niet het probleem. Maar we moeten eerst een
andere voorwaarde vervullen vooraleer we die tocht kunnen aanvatten.’
‘Goed, kan ik
aanvaarden. Zeg het ons, laat ons die voorwaarde zo vlug mogelijk vervullen dat
we op stap kunnen gaan. Zo moeilijk kan het nu ook niet zijn, niet?’ Julius had
moed gekregen. Hij geloofde in Mercedes en in de teksten van haar moeder. Hij
dacht aan Shakespeare, een tijdgenoot uit zijn oude leven. Er was meer tussen
hemel en aarde dan hij vermoedde en daarom geloofde hij dat er voor alles een
oplossing was.
‘Ik weet niet of
jullie beseffen wat deze tocht inhoudt. Om te varen op de Styx en de andere
rivieren van de Onderwereld moet je eerst en vooral…dood zijn!’
© Rudi J.P. Lejaeghere
04/04/2015
Reacties
Een reactie posten