Requiem: Hoofdstuk 23 (2e deel)
..........
Plots scheen Gekko nog een inval te hebben en reed zijn rolstoel een
eindje verder naar een andere console. ‘Et voilà, messieurs et madame!’. We
keken allemaal naar het scherm waar hij op duidde met zijn theatrale Franse
uitdrukking. Eagle Eye dacht soms dat men hem als een buitenbeentje beschouwde
maar die Gerekko Dai was toch een heel geval apart. Het gebeurde vaak dat Eagle
Eye, wanneer hij in zichzelf aan het praten was, dat automatisch deed in zijn
moedertaal. Maar die vreemde Japanner begon nu in het Frans te spreken. Frans
was voor Jérome zijn tweede landstaal en daarom kon hij niet laten even in zijn
vuist te lachen om de eigenaardige uitspraak van Yukiko’s vriend.
‘Ik dacht zo, gezien
het feit dat er in de stick een zendertje was verborgen, het de bedoeling was
om Stephen sowieso af te luisteren. Het is een zender met een beperkt bereik,
dus de luistervink met het ontvangertje, waarschijnlijk ingebouwd in een oortje,
net zo een zoals ik jullie al heb gegeven, moet zich in de omgeving van Stephen
hebben bevonden. Dus laten we onze straatcamera’s en hun opgenomen beelden even
bekijken.’ Gekko straalde weer, tevreden om zijn deductievermogen en omdat hij
ons weer te vlug af was met zijn idee. Misschien dat wij daar vroeg of laat ook
nog zouden aan denken maar Gekko was graag de eerste en hij had de middelen en
de kennis om dat wat hij beweerde op zijn consoles tevoorschijn te toveren én
te bewijzen.
Na een aantal
bezwerende bewegingen over zijn touchscreens en af en toe een onherkenbaar
deuntje die zijn zoektocht begeleidde zagen we de straat waar de Sutimoto Bank & Insurance Company zich bevond. Gekko switchte een aantal keer
tussen een aantal camera’s terwijl hij inzoomde op beelden en dan weer
uitzoomde om het zelfde proces met een andere invalshoek te herhalen.
‘Hai!! Ik heb hem!’ We
reageerden allen zo onverwacht dat Ji en ik onze hoofden tegen elkaar stootten
om het beeld te bekijken waar Gekko met zijn hand naar wees. Maar daar we
allebei koppig waren en over een hard hoofd beschikten bleef het bij een
pijnlijke grimas. Even wrijven over de zere plek en we waren weer
geconcentreerd op wat Gekko ons toonde. We bemerkten dat in een donker portaal
aan de overkant van de bank een man in een lange donkere regenjas stond en
vergaten direct onze pijn. De bovenkant van zijn lichaam was in duisternis
verhuld maar we konden zijn handen zien en zijn onderlichaam. Was dit genoeg?
Waarschijnlijk niet, maar we waren als kinderen zo blij en de high five die
Eagle Eye en Ji deden was er het bewijs van. Ik speurde het scherm af en
bemerkte direct iets die mij heel vreemd overkwam. De man in het portaal was
geen Japanner of Chinees. Iets ertussenin, zijn huid was niet aardappelbruin
zoals de meeste Japanners het zelf ook uitdrukten als ze bij zo’n vraag hun
huidskleur moesten beschrijven en de gelige Chinese huidskleur was het ook
niet. Iets ertussenin, iets gemengds. Het zou ook een Europeaan kunnen zijn met
Oosterse roots. Ik vertelde mijn bevindingen aan mijn vrienden.
‘Kijk, nu haalt hij
iets uit zijn jas. Zet het beeld even vast, Gekko,’ vroeg Eagle Eye.
Er werd ingezoomd en inderdaad nam hij iets uit zijn vestzak. Gerekko
zoomde nog wat nader in en we zagen dat het voorwerp in zijn hand…het zakje van
op de film was. De afluisteraar stak er zijn hand in en haalde er iets uit en
bracht het naar boven, waarschijnlijk naar zijn mond.
‘Even terugdraaien…,’
en Gekko voegde de woord bij de daad, ‘ en nu even stilzetten, daarbij wat inzoomen
en wat is het dat onze vriend daar aan het nuttigen is?’
‘Japanse walnoot,’
klonk het ten minste uit drie monden. Zowel Ji, Gekko als ikzelf hadden het
herkend.
‘Dat weten we nu toch ook al weer. Mijnheer eet
graag zijn nootje als hij mensen afluistert,’ klonk het wat sarcastisch uit de
mond van Stephen.
‘Beter dan niets, Stephen.
Laat ons afwachten wat hij verder doet. Misschien kan Gekko ook straks opzoeken
wat een soort regenjas, broek en schoenen hij aanheeft. Kan dat,’ vroeg ik
aarzelend aan hem. De blik die ik kreeg toegeworpen snoerde me de mond. Gekko
haalde altijd het onderste uit de kan, het was een overbodige vraag geweest.
De man nam af en toe
een nootje uit het zakje en dat was alles. We bekeken beeld per beeld en zonder
door te spoelen maar op het moment nadat Stephen de bank had verlaten, wat we
ook via een ander scherm konden volgen, zagen we de persoon het portaal
verlaten. Een regenkap verhulde zijn gezicht, maar de tred verraadde hem. Het
was dezelfde persoon die we op de beelden die Eagle Eye ons had getoond van de
ontvoering van Myo en Dakai. De persoon ik kwestie moest goed ingelicht zijn, was
zich bewust geweest van de camera’s en de mogelijkheid tot identificatie.
Misschien dat Gekko er nog iets meer uit kon lospeuteren.
‘Laten we voor alle
zekerheid eens de beelden van de beurt van de Oji bekijken. Ik zie dat hij
Stephen is gevolgd. Dus waarschijnlijk moet hij jullie daar ook afgeluisterd
hebben.’
Ik hoorde de tanden van
Stephen knarsen van woedde en onmacht. Zo dichtbij en ons weer ontsnapt. De
moordenaar was als een spook, bijna onzichtbaar en ongrijpbaar.
Terug werden camera’s
gehackt en beelden gecheckt maar in geen enkel portaal of donkere hoek was onze
nootjes etende moordenaar te bekennen. ‘Hij kan ook ergens binnen gezeten
hebben, maar het is een speld in een hooiberg zoeken en daar hij zich bewust is
van de stedelijke surveillancemiddelen zal hij wel zijn voorzorgen hebben
genomen. Maar ik zoek verder,’ zei Gekko vastberaden.
Ikzelf wist als ik hem
zou tegenkomen dat ik hem zou herkennen enkel al aan zijn manier van bewegen.
Bij twee gelegenheden had ik onze stalker nu al zijn bewegingen op
beeldmateriaal kunnen bestuderen. Iedere mens heeft een andere manier van stappen,
zijn houding en de synchrone handeling met de armen als hij loopt of wandelt.
Sommige leken dan misschien goed op elkaar maar toch was er dat kleine minieme
verschil, het doordrukken van de linker- of rechtervoet of een ingehouden of
juist uitwaaierende zwaai van de armen. In de Kami Akai werden we daarop
geoefend. Ji Lang zou hem zo ook uit een massa mensen kunnen halen. Dat was een
klein maar hoopvol begin. Hij begon fouten te maken en hij wist niet dat wij
daarvan op de hoogte waren. Dat was een klein voordeel dat wij hadden op hem.
Nadat ik dat ook aan
Stephen en Eagle Eye vertelde, zag ik plots nog iets. ‘Weet je, ik zie het nu
pas op het beeld, zoom nog eens wat in op die noot’ sprak ik nadat iedereen een
poos in zijn eigen gedachten verzonken naar het bevroren beeld van de nootjes etende
moordenaar aan het kijken was. ‘Ja, inderdaad, ik heb het juist opgemerkt. Die
nootjes die hij eet, dat zijn een speciaal soort Japanse walnoten. Men noemt
het ook ‘Hartnoot’ vanwege hun vorm. De Latijnse naam is Juglans Ailantifolia voor de
geïnteresseerden onder jullie. Een heel lekkere zoete noot, kan ik uit eigen
ervaring getuigen en ten sterkste aanbevelen. Mijn vader, Arturo Mitsukai at ze
ook graag omdat ze niet de bittere nasmaak hadden van andere soorten walnoten
en hij had ze zelfs in zijn tuin staan. Hij heeft er mij dikwijls op gewezen en
over verteld. Het is ook door hem dat ik de Latijnse naam ken. Kunnen heel
grote bomen worden, zo’n twintig, zelf dertig meter hoog.’ Dat onze moordenaar
dat ook zo graag mocht eten vond ik geen prettig idee. Maar laat ik eerlijk zijn,
noten eten is nog geen moord plegen.
‘Zie je, zo geraken we
ergens,’ voegde Eagle Eye er bemoedigend aan toe, ‘we zijn begonnen met niets
en nu weten we al dat hij een litteken in de nek heeft, dat hij een heel
specifieke manier van bewegen heeft, dat hij graag Japanse walnootjes heeft. Dat
hij noch Chinees, noch Japans is. Straks kennen we zijn naam en adres. Dan
kunnen we hem bij zijn lurven pakken.’
Dat vond iedereen nu wel iets te optimistisch
maar de brede lach van Eagle Eye kon niemand weerstaan en we voelden de
atmosfeer omslaan. We hadden weer wat hoop. We zagen een klein beetje licht in
de donkere tunnel waar we de laatste tijd in ronddoolden. Gekko maakte voor
alle veiligheid een kopie van de inhoud van de videostick en sloeg die gegevens
op verschillende plaatsen op. Hij verwijderde met een pincet het minuscule
zendertje uit de gedemonteerde stick en vernietigde het kleinood, nauwelijks
een paar millimeter groot door met zijn rolstoel erover te rijden, waarna hij
de stick terug in elkaar monteerde en hem aan Stephen teruggaf.
Als
Gekko hier en daar nog wat gegevens kon lospeuteren uit het beeldmateriaal of
uit het bekijken van de camerabeelden bij de bank of het Oji, wie weet, had Eagle
Eye wel een punt. Misschien stonden we straks onverwachts op de stoep van de
moordenaar en dan…?
copyright Rudi J.P. Lejaeghere
Reacties
Een reactie posten