Requiem: Hoofdstuk 46 (2e deel)
Iléna hield de schermen goed in de
gaten. Op een bepaald ogenblik had ze een man de parkeergarage zien
binnenkomen. Op de lift waaruit hij kwam stond ‘privaat’. Misschien was het iemand
van de onderhoudsploeg van de toren die overuren had geklopt. Even liep hij
heel dicht langs een camera en kon ze zijn gezicht goed onderscheiden. Het was
een man met zorgen aan zijn hoofd. Zijn wenkbrauwen gefronst, zich niet bewust
dat iemand hem bekeek, spoedde hij zich naar zijn vervoersmiddel. Wie weet
waaraan hij dacht? Een vrouw die hem straks zou verwijten dat hij weer te laat
thuis kwam. Misschien keerde hij terug naar de eenzaamheid van een
vrijgezellenflat om een voorbereide smakeloze maaltijd op te warmen en voor de
tv als een zombie op te eten bij een blik of vier bier of een fles wijn. En dan
in slaap vallen als een blok, even de zorgen naar de achtergrond geduwd in de
roes van de alcohol om morgen weer hetzelfde patroon te herhalen. Je kon het
niet van hun gezicht lezen, het zal allemaal in hun hoofd.
In haar hoofd en namelijk specifiek
in haar oorschelp zat een oortje waar ze het bericht doorkreeg dat Joeri en
Nikolaj de lift verlieten. Ze hadden nog wel een paar obstakels te gaan
vooraleer ze aan de ruimte kwamen waar de CCD stond. Ze had wat activiteit
bespeurd op een aantal verdiepingen. Iléna lachte in haar vuistje. Een man met
twee glazen en een fles die op zijn kousenvoeten naar een belendende kamer
sloop. Wat dacht die kerel, hij zag er uit alsof hij bang was iemand te
ontmoeten? Een amoureuze ontwikkeling of ging de man vreemd terwijl zijn vrouw
in dromenland verkeerde. Hij klopte aan bij een deur wat verder in de gang. Een
vrouwelijke hand verscheen en trok hem binnen. ‘Vashe zdorovie! Proost,’ sprak
ze tegen de vreemdeling op het scherm terwijl ze een flesje water hief en er
even aan nipte.
Ondertussen had ze ook het systeem
onder de knie om over te stappen op de manuele bediening van de
bewakingscamera’s. Ze had een handboek in een van de kastjes van de balie
gevonden die daarbij een goede hulp was. Om de verveling wat te doden had ze
wat zitten experimenteren. Nu ook was ze wat aan het zappen van verdieping naar
verdieping. Ze had via de manuele bediening verschillende zaken ontdekt over de
toren. Er was een restaurant en een modezaak op de eerste verdieping die op dit
moment gesloten waren. Het was immers de sluitingsdag van het restaurant, dat
had Feliciano vooraf uitgekiend en de modezaak sloot heel wat vroeger zodanig
dat ze daar ook geen last van hadden. Plots zag ze iets dat haar aandacht trok.
Op de tweede verdieping was er zoals op elke verdieping een ruimte voorzien
waar men het vers beddengoed en dergelijke zaken bewaarde. Dat was niet
abnormaal. Wat haar verontruste was dat er daar nu al activiteit was. Was dit
een nachtploeg die aan het werk was en alles klaar legde voor de volgende
morgen? Via welke weg zouden deze mensen vertrekken als zij klaar waren? Ze
telde vijf mensen. Normaal gezien, zoals de vreemdeling zouden ze misschien via
de privaatlift vertrekken maar als ze via de hoofdingang vertrokken en de
verdoofde bewaker zouden zien, was zij de pineut. Een tweetal personen zou ze moeiteloos
de baas kunnen, maar als ze besloten om allemaal via de balie te vertrekken,
zou dit een probleem worden. Een iemand was genoeg om een alarm in werking te
zetten. Ze meldde via haar verbinding
haar bevindingen aan Gekko.
‘Oké, Iléna, ik hou het in het oog.
Tweede verdieping zei je,…ja, ik heb ze in beeld. Als het nodig blijkt sluit ik
de toegang tot het gelijkvloers af en doe ze via de parkeergarage naar buiten
gaan. Ik zoek even voor alle zekerheid de bediening van de lift op, dat we
straks voor geen verrassingen staan. Goed van je om het te melden. Blijf alert
want we zijn er nog niet.’
Iléna voelde zich plots heel wat
nuttiger. Vooraf had ze het een vervelende klus gevonden. Een nachtwaker
uitschakelen en wat uurtjes voor schermen zitten was voor haar het synoniem van
niets doen. Blijkbaar was haar job belangrijker dan ze gedacht had. Ze begon
met meer concentratie de schermen te bekijken en van verdieping naar verdieping
over te schakelen. Misschien waren er nog zo’n ploegen aan het werk. Maar na
een tijdje zag ze dat dit de enige waren. Het zou de nachtploeg zijn en die zou
zijn aantal verdiepingen doen en waarschijnlijk dan morgenvroeg vervangen
worden door de volgende shift. Dat was het voor de hand liggende antwoord. Gelukkig
voor hen waren niet alle verdiepingen voor hotelgasten. Er waren vergaderzalen,
ontspanningsruimtes, fitnesszalen, zwembaden voor groot en klein en zelfs een
bibliotheek. Een discotheek had ze ook al tegengekomen, maar die was enkel in
het weekend open. Op dit uur waren de bars aan het leeglopen. De kans dat er
iemand via de hoofdingang de toren verliet was eerder klein. Daar hadden ze het
al over gehad. De parkeergarage met de autobots was op dit moment volgens de
statistieken die Gekko had gehackt de enige gebruikte lift-stop. Iléna zapte nog
even naar de tweede verdieping met de onderhoudsploeg. Gezien de snelheid
waarmee deze vrouwen werkten, veronderstelde ze dat ze een heel karwei hadden
vooraleer ze afgelost werden en dus geen tijd hadden om te lanterfanten. Ze
hadden hun handen vol, letterlijk en figuurlijk. Het deed haar denken aan de
vreemdeling die vertrokken was. Een man! De onderhoudsploeg die ze hier zag
bestond uit vrouwen?
‘Gekko, ik heb hier beelden van een
man die uit een privaatlift is gekomen. De onderhoudsploeg zijn allemaal
vrouwen. Ik heb hier op de opnames een close-up van zijn gezicht. Kan je hem misschien
even door de molen draaien om te weten te komen wie hij is? Of kan je niet bij
het personeelsbestand?’ vroeg een wulpse stem die wat vervormd in de oren van
Gekko klonk.
‘Mijn beste Iléna, voor mij gaat alles
die gesloten is open. Van “zakryto” naar “otkryto”, met mijn spullen hier zet
ik alles van ‘gesloten’ naar ‘open’.’ Gekko sprak de Russische woorden
natuurlijk weer met een verschrikkelijk accent uit wat resulteerde in een
gniffelend gelach in zijn oor.
‘Mmm, lieve Gekko, jij weet hoe je
een Russisch meisje het hoofd op hol moet brengen,’ plaagde ze hem een beetje.
Gekko werd zo rood als een tomaat,
maar dat zag Iléna gelukkig niet. ‘Oké…euh, ik laat je straks iets weten of ik
iets over die man terugvind. Gekko out,’ sloot hij de conversatie af. Zo’n afleiding
had hij op dit moment niet nodig.
Hij
zag Joeri en Nikolaj de deur naderen die leidde naar een gang die in het plan
als een cruciaal punt was aangestipt. Als er een mogelijkheid was geweest om
een ander weg te volgen, zou Gekko die aangeraden hebben. Maar die was er niet.
Dus moesten ze proberen ongezien voorbij de wachtpost van ‘De Kelder’ te komen,
hem te overmeesteren en de sleutel van de kamer waar de CCD stond binnen te
geraken . Gekko had de man al een tijdje voor de gek kunnen houden met een loop
van opgenomen beelden op zijn schermen te laten verschijnen van de punten die
hij in het oog moest houden in ‘De Kelder’.
Zodanig
was die man rustig in zijn stoel blijven zitten. Hij zag er wat verveeld uit
maar dat zou niet zo blijven moest Gekko een fout maken. Nu was het aan Joeri
en Nikolaj. Op dit punt kon Gekko niet helpen. Deze mannen waren niet aan hun
proefstuk toe maar de afstand van de vinger van de wachtpost naar de knop die
rechtstreeks verbonden was met de veiligheidstroepen van de senator was amper
twintig centimeter van elkaar verwijderd. Die was in een seconde overbrugd en
dan zouden de poppen aan het dansen gaan. Dat wou zeggen dat ze minder dan één
seconde hadden om de man zijn handen van het gevaar weg te houden. Gekko
kruiste bijgelovig zijn vingers.
copyright Rudi J.P. Lejaeghere
copyright Rudi J.P. Lejaeghere
Reacties
Een reactie posten