De vrouw in het rood: Deel 21
Hij
ontwaakte met een bonkend hoofd. Eerst zag hij amper uit zijn ogen. Een waas
van beelden bereikten het herkenningscentrum in zijn hersenen, maar zij hadden
moeite om er een naam op te kleven. Het duurde niet lang of die nevel trok op
en zag Jean-Pierre dat hij in een half verduisterde kamer lag. Hij lag op een
bed, gekneveld en vastgebonden met armen en benen aan de bedspijlen. Hij was
naakt.
De
kamer was sober aangekleed. Naast het bed waarin hij lag, stond er een tafel
met een aantal voorwerpen op die hij van op zijn plaats niet kon onderscheiden.
Een kast naast de deur aan zijn linkerkant maakte het meubilair compleet.
Wat
was er gebeurd? Hij herinnerde zich plots alles. Het afluisteren van het
gesprek tussen Jacques en Katarina, het gestommel achter hem…en dan Helga en
Irene met een man, daarna niets meer. Jean-Pierre schudde nog even hard zijn
hoofd, misschien was hij aan het dromen? Zijn hoofdpijn verteld hem helaas dat
hij klaarwakker was.
Een
geluid van achter de deur maakte hem direct alert. Hij spande zijn lichaam in
een ongecontroleerde beweging als gevolg van de angst die hij voelde. Het slot
werd omgedraaid en Helga en Irene kwamen binnen, gekleed in vol ornaat. De
lederen outfit boezemde hem nu schrik in. Wat zouden zij met hem doen?
Helga
die blijkbaar de leiding had, inspecteerde zijn armen en benen om vast te
stellen dat hij nog altijd goed vastgebonden was. ‘Beste, je kan maar beter
beginnen te zingen en liefst het liedje dat we graag zouden horen.’Met de zweep
die ze in haar rechterhand had, wreef ze over zijn van vrees zwoegende borst.
Ze bleef plagen kringetjes draaien rond zijn tepels.
‘Weet
je, een tepelring is een sexy ding voor een man. Wat zou je ervan zeggen als
wij je nou eens mooi versierden, met alles erop of eraan. Ik veronderstel dat
je een echte man bent en tegen een beetje pijn kan. Ik vrees enkel dat wij hier
geen verdoving hebben en we nemen meestal die met de grootste maat.’ Ze
wandelde naar het tafeltje en Jean-Pierre hief zijn hoofd op en zag allerlei
SM-voorwerpen op het meubel liggen.
‘Waarom
doen jullie dit. Ik heb niets misdaan, noch aan jullie of Jacques of de
generaal. Als jullie denken dat ik de mol bent, hebben jullie het volledig
mis.’ Zijn stem sloeg over toen hij hen toesprak. Hij voelde zich daarbij
beschaamd en vernederd omdat hij daar zo naakt en hulpeloos op het bed lag.
Helga
kwam terug met de ring in kwestie en wreef het koude ding over zijn huid. Zijn
ogen volgden haar hand terwijl hij voelde dat zijn hart nog vlugger ging
kloppen.
‘Alsjeblieft,
laat me los. Ik weet niets!’
Zijn
smeekbede bereikte niets. Met haar zweep volgde ze de contouren van zijn
lichaam. Langs zijn borst, over zijn heupen naar zijn voeten. Daarna nam ze de
binnenkant van zijn benen en stopte plagen even toen ze aan zijn mannelijkheid
kwam.
Jean-Pierre
slikte. Hij zag in de ogen van Helga en aan de wrede lach op het gezicht van
Irene dat deze meiden niet bluften. Hoe moest hij zich hieruit redden? Die
vrouwen zouden hem martelen om hem iets te laten zeggen dat hij gewoon niet
wist. Moest hij leugens vertellen? Als hij toegaf, tegen de waarheid in, dat
hij de mol was, zouden ze misschien nog ergere dingen doen. Hem spoorloos laten
verdwijnen misschien.
Zonder
een waarschuwing te geven, sloeg Helga hem met haar zweep recht in zijn kruis.
‘Vertel ons alles, voor wie werk je? Hoe ben je op het spoor van Katarina
gekomen, want je moet ons geen blaasje wijs maken, die ontmoeting met haar was
volgens ons geen toeval.’
Jean-Pierre
had zich willen in een bolletje draaien van de pijn, maar de touwen aan zijn
armen en voeten beletten dit. Een korte luide schreeuw was hem ontsnapt wanneer
Helga hem had geslagen. De pijn trok door zijn buik en hij neep zijn billen samen
om die te kunnen verdragen.
Wat
er daarna gebeurde, ging zo vlug, dat Jean-Pierre het maar amper besefte. De
deur vloog open en een wilde furie sloeg met een knuppel in het rond. Hij
hoorde het kraken van beenderen en voor hij het wist, lagen Helga en Irene
bewusteloos en bloedend op de grond.
Katarina
wierp haar houten wapen weg in een hoek en maakte zijn boeien los.
‘We
moeten vlug zijn. Ik heb Jacques een koekje van eigen deeg gegeven en hem een
glas champagne laten drinken met een klapper van een verdovend middel. Hij is wel
voor een paar uurtjes van de wereld. Er zit niets anders op dan te vluchten,
hier is het niet meer veilig voor jou…en voor mij.’
© Rudi J.P. Lejaeghere
10/10/2014
Reacties
Een reactie posten