De vrouw in het rood: Deel 25
‘Ik
dacht dat je doodmoe was?’ lachte Jean-Pierre. Het was niet dat hij het niet
leuk vond om op die manier goede nacht gewenst te worden. Na hun tumultueuze
avonturen van de laatste dagen had hij verwacht dat ze als een blok in slaap
zou gevallen zijn. Hij verwonderde zich over de weerstand dat Katarina had en
de manier waarop ze alles verwerkte.
Ze
kuste hem plagend op zijn buik terwijl haar tong in zijn navel kietelde. ‘Misschien slaap ik
juist beter op die manier,’ antwoordde ze hem. ‘Je ziet me toch graag of niet?’
Jean-Pierre
moest geen antwoord geven, de bewijzen had ze ondertussen gevonden. Haar handen
waren virtuoos in het bespelen van zijn lichaam en haar lippen deden daar niet
voor onder. Zijn boxershort was ondertussen mysterieus verdwenen.
‘Hou
je echt van mij, ik wil je het horen zeggen, Jean-Pierre. Wil je
niettegenstaande alles bij me blijven. Je weet nu dat het niet allemaal
rozengeur en maneschijn is in mijn wereld. Dat is de laatste tijd wel gebleken.
Dus..?’ Ze was ondertussen recht gaan zitten en hield zedig het laken voor haar
naakte lichaam.
‘Ik
hou van je, Katarina, ik heb het je toch al gezegd in de auto, ben je dat
vergeten?’
Ze
keek even verbaasd. ‘Nee, …maar met dat ongeluk is alles een beetje vaag wat er
voordien gebeurd is. ‘Ik ben blij dat je het nog eens zegt, Jean-Pierre. Je
hebt misschien gelijk, we zullen er deugd van hebben om eens goed uit te
slapen.’ Ze kuste hem op het puntje van zijn neus en vluchtte, terwijl ze haar
kleren mee grabbelde, naar buiten.
Jean-Pierre
schudde zijn hoofd. Hij zou maar best een hele koude douche nemen, want
Katarina had hem zo opgewarmd dat hij
anders niet zou kunnen slapen. De woord bij de daad voegend begaf hij
zich naar de badkamer.
……….
De
volgende morgen was Jean-Pierre vroeger dan hij gedacht uit de veren. Hij rook
de koffie naarmate hij het keukentje naderde. Hij zag Katarina bezig met het
bakken van een omelet. Haar beertjespyjama stond haar goed. Hij ging achter
haar staan en vouwde zijn handen op haar buik.
‘Excuseer,
Jean-Pierre, je hebt de verkeerde voor, ik ben het…Cecile!’
Jean-Pierre
deed geschrokken een stap achteruit. ‘Maar…gisterenavond. Je pyjama…?’ Hij werd
rood tot in de toppen van zijn tenen. ‘Wat is hier de bedoeling van…was jij dat
gisterenavond in mijn kamer of niet?’
‘Misschien
moet je dat eens aan Katarina vragen? Wat zou zij antwoorden, denk je?’ Cecile
keek hem aan met een mysterieus glimlachje op haar lippen. ‘Ik moest weten of
je echt van mijn zuster hield, Jean-Pierre. Een vrouw voelt dit, ik heb het
duidelijk gevoeld en ook gezien in je ogen. Wees gerust, het blijft ons
geheimpje. Trouwens je hebt niets waar je je moet over schamen.’ Cecile bleef
doodgewoon verder gaan met haar omelet die nu bijna klaar was.
Jean-Pierre
wist niet goed hoe hij hier moest op reageren. Hij had de laatste dagen
ondervonden dat liefde en lust twee verschillende begrippen waren en zo was het
ook met zijn gevoelens tegenover Katarina. Nu hij goed keek, zag hij dat Cecile
toch verschilde van Katarina. Ze was veel meer relaxed dan haar zus en ze keek
ook anders uit haar ogen. Er zat een soort geniepigheid in haar blik, terwijl
ze haar hoofd op een speciale manier wat schuin hield terwijl ze hem aankeek.
Ze zou dat spelletje geen tweede keer meer kunnen spelen.
Hij
hoorde gestommel achter zich. Het was Katarina die, zich nog de slaap uit haar
ogen wrijvend, de keuken binnenkwam. ‘Hoi, heb verschrikkelijk goed geslapen.
Blijkbaar was het nodig. Het heeft me goed gedaan. Mmmm…dat ruikt lekker,
Cecile.’
Cecile
vulde de drie borden me de warme omelet terwijl iedereen zich aan tafel zette.
Jean-Pierre voelde nu pas dat hij verschrikkelijke honger had. Zijn maag maakte
allerlei vreemde geluiden. Het was dan ook al geleden van op het kasteel dat
hij een deftige maaltijd binnen had gekregen.
‘We
moeten plannen maken, Cecile,’ sprak Katarina met haar mond vol. Het smaakte
haar ook duidelijk. ‘Hoe ga je het aan boord leggen om iets te weten te komen
over moeder?’
Cecile
keek haar even aan en toonde haar mobieltje aan Katarina. ‘Ik ben zo vrij
geweest om een vriend die bij de plaatselijke politie werkt aan te spreken. Hij
kent me…nogal goed mag ik zeggen.’
Op
het mobieltje las Katarina de sms van Cecile aan een zekere François waarin ze
vroeg of hij wou navragen waar Beatrice gevangen zat, als ze dan ook nog in het
gevang verbleef. Het korte antwoord van François was duidelijk: ‘Voor jou
alles, schat!’
‘Ik
verwacht straks antwoord van hem. Dus nog even geduld en dan weten we wel meer.
Trouwens, Katarina, wat vind je van mijn nieuwe pyjama. Mooie beertjes hé.
Jean-Pierre zei zojuist dat hij het ook mooi motiefje vond. Misschien mag je
dan eens van mij lenen.’
Jean-Pierre
stikte bijna in zijn omelet, maar besloot wijs om te zwijgen.
© Rudi J.P. Lejaeghere
24/10/2014
Reacties
Een reactie posten