De vrouw in het rood: Deel 33
‘Hoe pakken we Frau Bertha aan?’
vroeg Jean-Pierre toen ze de volgende ochtend te samen met Cecile het ontbijt
namen. Cecile had met verbazing naar hun lotgevallen met Monsieur Charles
geluisterd. Ze moest hartelijk lachen toen ze hoorde hoe ze die bij de neus
hadden genomen. Jean-Pierre kreeg nogmaals een complimentje voor zijn goede
ingeving om een kopie te nemen.
Katarina
stopte een geeuw weg achter haar hand. Ze haalde haar schouders op. ‘Eigenlijk
weet ik dat niet zo goed. We kunnen moeilijk dezelfde truc uithalen als bij ons
eerste slachtoffer. Ik weet niet of Monsieur Charles haar op de hoogte gaat
brengen, maar we kunnen ons niet permitteren om daar geen mee rekening te
houden.
‘Wie
is zij eigenlijk, wat doet ze zoal? Heeft ze ergens zwakke punten?’ Jean-Pierre
had smaak gekregen in een volgende avontuur, na hun geluk met de eerste tape.
Klaarblijkelijk hield hij geen rekening met de gevaren die ze met zich konden
meebrengen.
Cecile
die hen gadesloeg, mengde zich ook even in het gesprek. ‘Heb je niet ooit
gezegd, Katarina, dat zij gek is op paarden? Weet je niet ergens een jonge,
hete hengst staan?’ Cecile vond duidelijk dat ze een goeie mop had verteld,
want de pretlichtjes in haar ogen konden dit niet verhullen.
‘Daar
zeg je wat?’ antwoordde Katarina en keek naar Jean-Pierre.
‘Oh,
neen, geen denken aan,’ repliceerde die protesterend. ‘Ik weet…,’hij wou bijna
zeggen dat hij wist op welke paardjes Frau Bertha graag reed, maar hij kon zich
nog juist inhouden. ‘Ik denk niet dat ik de capaciteiten bezit om die vrouw te
kunnen versieren, Kat.’
Katarina
keek hem aan met een geheimzinnige blik. ‘Misschien moet jij haar helemaal niet
versieren. Ik weet namelijk dat ze op die avond met het kwartet jou …’ ze
wachtte een paar seconden en Jean-Pierre werd bloedrood.’…heel leuk vond!’
Jean-Pierre
ademde terug normaal. Wist zij wat die Frau met hem had gedaan op die bewuste
avond? Misschien, misschien niet. Hij zou zich wat plooibaarder moeten
opstellen, trouwens Katarina had zich ook opgeofferd bij Monsieur Charles,
bedacht hij zich plots. Ja, dat was nu niet echt fair van hem geweest. ‘Oké,
Kat, wat bedoel je juist, wat zou ik moeten doen?
‘Ik
weet natuurlijk niet hoe zij gaat reageren, maar als wij haar gaan bezoeken dan
veronderstel ik dat ze haar bewondering voor je niet onder stoelen of banken
gaat steken. Zo ken ik haar wel. Maar zal ze jou in vertrouwen nemen zoals onze
hypnotiseur dat heeft gedaan? Ik zou het echt niet weten. Wat ik wel weet, is dat
ze het heeft voor jonge mensen, mannen vooral. Jij bent jong en je bent een
man.’ Ze beet even op haar lip, een vertwijfeld gebaar. ‘Laat ik eerst een
afspraak maken. Ik zeg dat ik jouw toekomst met haar wil bespreken en dat ik
haar mening hierover wil. Als ze daar niet in hapt, weet ik het ook niet.’
Ze
begon direct een nummer in te tikken in haar mobieltje. Het duurde nauwelijks
een tiental seconden of ze had Frau Bertha al aan de lijn. ‘Dag Mevrouw
Hofmeister. Hoe maakt u het?’ Het antwoord hoorden Jean-Pierre en Cecile niet,
maar aan het gezicht van Katarina te zien, was dit zeker niet negatief. ‘Mag ik
u een voorstel doen. Ik heb ondertussen gezorgd voor de opleiding van onze
nieuwste telg bij onze organisatie,…ah, ik hoor dat u hem nog herinnert. Wel,
ik zou graag de mening van een professioneel hebben, ik heb altijd veel achting
gehad voor uw mening in deze zaken. Wat dacht u van een afspraak laat ons
zeggen…tegen morgenmiddag, dan kunnen we het aangename aan het nuttige paren. U
zegt?’
Jean-Pierre
en Cecile zag Katarina haar ogen opentrekken en glimlachen. ‘Akkoord,’ was haar
korte antwoord op iets wat Frau Hofmeister aan de andere kant zei. Ze duwde het
gesprek af en keek opgelucht. ‘De afspraak staat vast. We gaan eerst dineren en
daarna…nou, dat zien we dan wel.’
Jean-Pierre
trok een eerder beteuterd gezicht. Hij was er toch niet helemaal gerust in.
‘Oké, we zijn al zo ver dat we in haar nabijheid geraken. Maar dan…hoe gaan we
proberen die tape te bemachtigen?
‘Wel,
Jean-Pierre, ik weet het ook niet. We zullen het gesprek op de een of andere
manier op die tape moeten brengen. Misschien kunnen we laten uitschemeren dat
we via moeder van die tapes afweten. Dat we het een goed initiatief vinden of
zo. Een beetje stroop smeren kan nooit geen kwaad. Als we een beetje geluk
hebben, gaat ze mee in het verhaal en vertelt ze ons wat meer. Laat het ons in
elk geval hopen.’
‘Is
zij niet de vrouw van een Duitse minister. Ik dacht dat je mij dat had verteld
of heb ik het mis?’
Katarina
keek hem vragend aan. ‘Ja, dat klopt, maar wat wil je daarmee zeggen?’
‘Zou
zij belangrijk genoeg zijn om een lijfwacht te hebben. Als dat het geval is,
zullen we dubbel goed uit onze doppen moeten kijken. Die mensen nemen hun
beroep heel ernstig op en als ze ons als een dreiging zien, ja dan…’ Hij liet
zijn zin open maar Katarina en ook Cecile begreep wat hij wilde zeggen.
‘Ik
denk dat we het er gewoon moeten op wagen,’ was de reactie van Katarina.
Cecile
klopte bemoedigend op de rug van Jean-Pierre. ‘Veel geluk…hengst.’
© Rudi J.P. Lejaeghere
18/12/2014
Reacties
Een reactie posten