De vrouw in het rood: Deel 38
38.
‘Maar
dat is vreselijk,’ riep Katarina uit. Niet dat ze nu de beste vriend was van
Monsieur Charles. Maar zo’n dood wens je niemand toe. ‘Weten ze wie het gedaan
heeft? Is de moordenaar gevangen genomen?’
Frau
Bertha schudde ontkennend het hoofd. ‘Neen, mijn contact in Frankrijk zegt dat
men zelfs geen verdachte op het oog heeft. Het is allemaal heel mysterieus. Het
moet een inbreker geweest zijn, die het op de inhoud van zijn kluis had
voorzien, want die stond open.’
Jean-Pierre
en Katarina keken naar elkaar. ‘Wat was er dan verdwenen uit die kluis,’ vroeg
Jean-Pierre met een trillende stem. Zowel hij als zijn vriendin dachten
hetzelfde en hij vreesde dat hun Duitse gastvrouw hun vermoeden zou bevestigen.
‘Ik
heb mijn mannetje gevraag of er een tape in de kluis lag. Hij moest dit echter
ontkennen. Er lagen wat waardepapieren in en een bundeltje geld, maar die moest
de inbreker blijkbaar niet hebben. We mogen dus met alle zekerheid
veronderstellen dat hij op de tape is afgekomen die Charles nog in zijn bezit
had. De originele tape waarvan jullie een kopie hebben genomen, zoals je mij
vandaag hebt verteld.’
Jean-Pierre
begon te ijsberen door de kamer. ‘Het moet die parvenu geweest zijn met zijn
twee mannetjes. Die zwaaide nogal gemakkelijk met zijn pistool. Maar hoe wist
hij dat Charles nog een tape had? Wij hadden toch de opdracht om die te
bemachtigen? Ik begrijp er niets meer van.’
Frau
Bertha deed hem een teken dat hij en Katarina even moest luisteren. ‘Hebben jullie
iets abnormaals gezien in je zusters huis toen je van Charles party thuis
kwamen? Het kan niet anders of je moet zijn afgeluisterd. Ik weet waarover ik
praat. Mijn bodygard moet altijd alle kamers waar ik verblijf scannen naar
afluisterapparatuur. Opdracht van mijn man. Hij neemt het risico niet, dat ik
onbewust geheime informatie zou prijsgeven. Jullie kunnen zeker daar niet meer
naar toe.’
‘Een
reden te meer om te veronderstellen dat het die arrogante kerel was die
Beatrice heeft ontvoerd,’ reageerde Katarina. ‘Als zij op die manier gaan
reageren, is niemand meer veilig.’
‘Wij
wel, Kat. Wij hebben de opdracht gekregen. Hij verwacht dat wij met de tapes
afkomen. Het is aan ons om hem die te leveren. Iedereen die nog een ander
exemplaar heeft, die is pas in gevaar. Ze willen er zich van verzekeren dat na
de levering van de tapes, niemand nog een exemplaar in handen heeft. Maar mijn
God, daarom moorden.’
‘Misschien
wilden ze een voorbeeld stellen.’ Frau Bertha zag er zeer ongerust uit.
‘Hiermee willen ze zeggen dat…sorry dat ik het zo cru moet zeggen Katarina…dat
zij haar zullen doden als je niet voldoet aan hun wensen.’
Jean-Pierre
had zich ondertussen op een stoel neergezet. ‘We zijn gewaarschuwd, maar dat
maakt het niet gemakkelijker om de laatste tape te bemachtigen. Zoals je ons
verteld hebt, zal Thérèse Dupont die niet zo maar aan ons afgeven.
‘Misschien
niet als we het gewoon zouden vragen, maar…’ stelde Katarina geheimzinnig voor.
Zowel
Jean-Pierre als de Duitse minister vrouw keken haar verbaasd aan. ‘Hoe bedoel
je?’ zeiden ze bijna tegelijk.
‘Als
ik het goed voorheb, dan zal Thérèse ook gehoord hebben van de moord op
Charles. Akkoord?’
Beiden
knikten. Dat lag voor de hand, het zou waarschijnlijk in de eerste beste
morgenkrant verschijnen, maar Thérèse Dupont zou het misschien zelf nog vroeger
te weten komen als zij goede contacten met Charles had. ‘Ja, oké, maar hoe
moeten we het dan vragen?’ vroeg Frau Bertha.
‘Ik
weet niet hoe we dit juist praktisch moeten aanpakken, maar als wij haar nu
zouden kunnen spreken en haar laten geloven dat wij achter de moord op Charles
zitten dan…’
‘Ja,
dan zal het enkele reis naar het gevang worden, Katarina. Wat zeg je nu
allemaal? Voel je je wel goed?’ Jean-Pierre was opgesprongen en begon weer over
en weer te lopen in de kamer.
‘Hé,
ik denk dat ik begrijp wat Katarina wil zeggen, Jean-Pierre,’ liet Frau Bertha
vlug horen.
‘Dan
ben ik de enige nog met gezond verstand. Hoe kan je nu vermijden dat zij niet
direct naar de politie loopt en dat we op staande voet gearresteerd worden?’
Jean-Pierre begreep er niets meer van. Die vrouwen waren van de angst
waarschijnlijk gek geworden.
Frau
Bertha ging voor de nerveuse Jean-Pierre gaan staan en nam hem bij de arm. ‘Zet
je even stil, jongeman, je maakt me zenuwachtig met dat weg en weer geloop.
Laat mij het even uitleggen.’
Jean-Pierre
zuchtte maar liet zich gedwee naar zijn stoel leiden. ‘Akkoord, ik zal naar je
luisteren, maar ik beloof niets. Als er lijken beginnen te vallen, dan kan ik
daar absoluut niet mee lachen en ik wil er ook niet voor opdraaien.’
Frau
Bertha kruiste haar handen in elkaar. ‘Als ik er nu eens voor zorgde dat
Thérese Dupont ontvoerd wordt en ons hier op een presenteerblaadje wordt
afgeleverd. We laten haar geloven dat wij achter de moord zitten en dat we haar
tape nodig hebben of dat haar hetzelfde lot is beschoren.’
‘Zie
je, dat is wat ik wilde zeggen,’ riep Jean-Pierre, ‘we gaan allemaal de
gevangenis in, met jullie voorstellen.’
‘Niet
als ze ons niet ziet,’ reageerde Frau Bertha prompt. ‘Als zij geblinddoekt
wordt en wij vervormen onze stem, wees gerust daarvoor zijn er speeltjes op de
markt, dan zal zij haar ontvoering niet kunnen toewijzen aan ons. Wat dacht je
daarvan?’
Jean-Pierre
zat met open mond naar Frau Bertha te kijken. Hij had dit niet verwacht van het
dametje die hij stiekem nog niet zo lang geleden had zien vrijen met een jonge
gigolo.
Katarina
keek naar hem. ‘Het zou kunnen werken.’
De
open mond sloot zich om direct te reageren. ‘Het MOET werken, anders zijn we de
pineut.’
© Rudi J.P. Lejaeghere
22/01/2015
Reacties
Een reactie posten